ECLI:NL:HR:2001:AB3048
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en goodwill bij overname
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1994 werd verminderd. De belanghebbende, X N.V., had bezwaar gemaakt tegen de oorspronkelijke aanslag, die was vastgesteld op ƒ 88.533.176. Na het bezwaar had de Inspecteur de aanslag verlaagd tot ƒ 87.624.458. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en de aanslag verder verlaagde.
De Staatssecretaris van Financiën stelde beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieproces diende de belanghebbende een verweerschrift in en stelde tevens incidenteel beroep in cassatie in. De Advocaat-Generaal Th. Groeneveld concludeerde tot gegrondverklaring van zowel het principale als het incidentele beroep, en adviseerde vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwijzing van de zaak.
De Hoge Raad oordeelde dat het beroep van de Staatssecretaris ongegrond was en het incidentele beroep van de belanghebbende gegrond. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op ƒ 4793 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 9 november 2001 door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken.