ECLI:NL:HR:2001:AB2599
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de status van belanghebbende als ondernemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2001 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 8 september 2000. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1996, ter hoogte van f 321.937. De Inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
Belanghebbende, die zich bezighoudt met het verrichten van onderzoeken naar ziekten die de volksgezondheid bedreigen, stelde dat de goedkeuringen in de Resolutie van de Staatssecretaris van Financiën inhouden dat zij niet als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 kan worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelde dat de Resolutie enkel goedkeuring verleent voor het niet heffen van omzetbelasting, mits de voorbelasting niet wordt afgetrokken. Dit betekent niet dat belanghebbende niet als ondernemer kan worden aangemerkt.
De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende verworpen. Het eerste middel, dat betoogde dat het samenstellen van kweekbodems niet als levering kan worden aangemerkt, faalde omdat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd. Het tweede middel, dat stelde dat de goedkeuringen in de Resolutie de bepalingen van de Wet niet op belanghebbende van toepassing maken, werd eveneens verworpen. Het derde middel, dat geen nadere motivering behoeft, leidde ook niet tot cassatie.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak bevestigt de status van belanghebbende als ondernemer en de toepassing van de omzetbelasting op haar activiteiten.