ECLI:NL:HR:2001:AB2311
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over teruggaaf van overdrachtsbelasting bij verkrijging onroerende zaken
In deze zaak gaat het om de verkrijging van onroerende zaken door belanghebbenden, die op twee aangiften overdrachtsbelasting een totaalbedrag van f 101.583 hebben voldaan. Na bezwaar tegen dit bedrag, verzochten zij om teruggaaf van f 67.200. De Inspecteur verleende echter geen teruggaaf, waarna belanghebbenden in beroep gingen bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verleende teruggaaf van f 69.076. De Staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en de uitspraak van de Inspecteur bevestigd.
De Hoge Raad overwoog dat belanghebbenden, die in maatschapsverband een veeteeltbedrijf exploiteren, op 15 mei 1998 een overeenkomst met de gemeente Q sloten tot beëindiging van de pacht van 33.33.94 hectare landbouwgrond. Tevens verkregen zij op dezelfde datum de eigendom van een perceel grasland en een boerderij met bijgebouwen. Bij deze verkrijgingen is overdrachtsbelasting voldaan, maar belanghebbenden beriepen zich op de vrijstelling bij hervestiging van landbouwbedrijven. De Hoge Raad oordeelde dat de strekking van de vrijstelling niet vereist dat de afgestane landerijen eerder door belanghebbenden zijn verkregen. De Hoge Raad concludeerde dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven en dat de zaak door de Hoge Raad kon worden afgedaan.
De Hoge Raad oordeelde verder dat de stelling van belanghebbenden over ongelijke behandeling van ex-pachters en ex-eigenaren faalde, omdat de positie van een pachter die vervangende grond moet kopen wezenlijk verschilt van die van een eigenaar. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en sprak het arrest uit op 27 juni 2001.