ECLI:NL:HR:2001:AB2196
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor overtreding van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 22 november 1999 werd uitgesproken. De verdachte was eerder door de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Groningen op 11 mei 1999 veroordeeld voor een overtreding van artikel 8, tweede lid aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994. De straf bestond uit een geldboete van 1.350 gulden, subsidiair 27 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van negen maanden. De verdachte heeft geen middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 19 juni 2001 geoordeeld dat er geen grond aanwezig is om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen. Dit betekent dat de Hoge Raad het cassatieberoep van de verdachte verwerpt. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand. De beslissing is genomen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met de raadsheren F.H. Koster en E.J. Numann, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend-griffier H.H.A. de Nijs.