ECLI:NL:HR:2001:AB1975
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en stakingswinst bij verkoop exploitatievergunning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 juni 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 765.415, waarvan f 716.223 belast was naar het tarief van artikel 57 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde de Inspecteur deze, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende tot begin 1994 een onderneming exploiteerde, die zich richtte op de verkoop van motorbrandstoffen. Belanghebbende verkocht op 22 december 1992 een pand aan de gemeente Q, en ontving op dezelfde datum een perceel te R van de gemeente, bestemd voor de bouw van een verkooppunt. Op 26 januari 1994 verhuurde belanghebbende het perceel en de exploitatievergunning aan A B.V. en leverde op 28 januari 1994 het pand aan de gemeente Q. De onderneming van belanghebbende werd in 1994 gestaakt.
De Hoge Raad oordeelde dat de waarde van de exploitatievergunning tot de stakingswinst behoort, en dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was. De middelen van belanghebbende faalden, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van het Hof, waarbij het arrest op 6 juni 2001 openbaar werd uitgesproken.