ECLI:NL:HR:2001:AB1597
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijk verklaring in verzet tegen dwangbevel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, waarin de veroordeelde niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzet tegen een dwangbevel. De veroordeelde, geboren in 1953, had een verplichting tot betaling aan de staat opgelegd gekregen in een strafzaak, en het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) had een dwangbevel uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft op 15 mei 2001 uitspraak gedaan in deze zaak. De advocaat-generaal Fokkens concludeerde dat de Hoge Raad de veroordeelde in de gelegenheid moest stellen om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de veroordeelde een bedrag van f. 993,59 diende te consigneren, maar dat dit bedrag onterecht ook buitengerechtelijke incassokosten en kosten van het deurwaardersexploit omvatte. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de veroordeelde slechts het bedrag van f. 778,68 diende te betalen, en dat de kosten niet in aanmerking genomen mochten worden bij de vaststelling van het verschuldigde bedrag. De beschikking van de Hoge Raad houdt in dat de veroordeelde alsnog de kans krijgt om binnen een termijn van drie weken het juiste bedrag te betalen, en dat verdere beslissingen worden aangehouden. De uitspraak is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken.