ECLI:NL:HR:2001:AB0634
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over waardering onroerende zaak en invloed van omgevingsfactoren
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van een onroerende zaak in Groningen. De belanghebbende, X, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 17 december 1999 had geoordeeld over de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan de a-weg 1 te Z, voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde was vastgesteld op f 475.000 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. Na bezwaar was deze beschikking gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraak van B en W bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende klachten ingediend, onder andere over de waardedrukkende invloed van een naastgelegen pand, waar jongeren onder psychiatrische begeleiding wonen. Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende onvoldoende feiten had aangevoerd om deze invloed aannemelijk te maken. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof niet voldoende inzicht had gegeven in zijn gedachtegang en dat het oordeel van het Hof nadere motivering behoefde. De Hoge Raad constateerde dat het Hof geen melding had gemaakt van een uittreksel uit het kadaster dat door belanghebbende was overgelegd, wat de onduidelijkheid over de waardedrukkende invloed vergrootte.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is bepaald dat er geen veroordeling in proceskosten plaatsvond, en dat het griffierecht van f 160 door B en W aan belanghebbende moet worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters, vooral wanneer omgevingsfactoren een rol spelen in de waardering van onroerende zaken.