ECLI:NL:HR:2001:AB0167

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 februari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
35878
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.H. Beukenhorst
  • L. Monné
  • P.J. van Amersfoort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake aanslag reinigingsrechten gemeente Leusden

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 januari 2000, betreffende een aanslag in de reinigingsrechten van de gemeente Leusden voor het jaar 1998. De aanslag bedroeg in totaal f 413,60, inclusief omzetbelasting. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde het hoofd van de Afdeling Financiën, Planning en Control van de gemeente Leusden de aanslag. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van het Hoofd heeft bevestigd.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatiegeding hebben de burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft gegeven. De burgemeester en wethouders hebben hierop weer een conclusie van dupliek ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten falen en dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2001.

Uitspraak

Nr. 35878
21 februari 2001
YS
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 januari 2000, nr. P99/550, betreffende na te melden aan hem voor het jaar 1998 opgelegde aanslag in de reinigingsrechten van de gemeente Leusden.
1. Heffing, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1998 een aanslag in de reinigingsrechten van de gemeente Leusden opgelegd, ten bedrage van f 352, vermeerderd met f 61,60 ten titel van omzetbelasting, in totaal derhalve f 413,60, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar bij uitspraak van het hoofd van de Afdeling Financiën, Planning en Control van de gemeente Leusden (hierna: het Hoofd) is gehandhaafd.
Belanghebbende is van de uitspraak van het Hoofd in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden hebben een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Burgemeester en wethouders hebben een conclusie van dupliek ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven. De klachten falen derhalve.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2001.