ECLI:NL:HR:2001:AA9400
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en eigendomsoverdracht
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het boekjaar 1992/1993. De belanghebbende kreeg een aanslag opgelegd van f 1.025.726,--, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, maar na het verstrijken van de cassatietermijn diende belanghebbende nog een geschrift in, dat niet in behandeling kon worden genomen.
De Hoge Raad oordeelt dat bij de aandelentransactie tussen belanghebbende en D B.V. het onderscheid tussen economische en juridische eigendomsoverdracht niet doorslaggevend is. De Hoge Raad concludeert dat de economische eigendom op 1 september 1992 is overgedragen, en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad gelast dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 630,-- vergoedt aan belanghebbende en veroordeelt de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 710,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak van de Hoge Raad is op 10 januari 2001 gedaan door vice-president R.J.J. Jansen en de raadsheren A.E. de Moor, F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff.