ECLI:NL:HR:2001:AA9399
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag en boetebeschikking in belasting van personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De naheffingsaanslag, opgelegd door de Inspecteur, bedroeg aanvankelijk f 9944,--, met een boete van f 2486,--. Na bezwaar van belanghebbende werd de aanslag verminderd tot f 7458,-- en de boete tot f 1864,--. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de boetebeschikking vernietigde maar de rest van de uitspraak bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat op 17 september 1998 belanghebbende een Chrysler bestelauto heeft aangeschaft, die op dat moment geregistreerd was als niet-personenauto. Op 2 november 1998 constateerden douaneambtenaren dat de auto niet voldeed aan de eisen van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, omdat deze een zijruit had. Dit leidde tot de naheffingsaanslag. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet aannemelijk heeft gemaakt dat de auto na de aankoop als personenauto werd gebruikt, en vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent de boetebeschikking, het griffierecht en de proceskosten.
De Hoge Raad gelast dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 315,-- aan belanghebbende vergoedt. De uitspraak van de Hoge Raad is op 10 januari 2001 gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken.