ECLI:NL:HR:2000:AN8668
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en geschil over vermogensaftrek
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 mei 1999. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1987, waarbij een belastbaar bedrag van ƒ 237.063.076,-- was vastgesteld. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof het geschil onvolledig had omschreven, aangezien er ook een geschil bestond over de vraag of voor de berekening van de vermogensaftrek rekening moest worden gehouden met bedragen die door de vaste inrichting van belanghebbende in Oostenrijk als aan haar verschuldigd waren opgevoerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof ten onrechte geen oordeel heeft gegeven over deze vraag, wat betekent dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën aan belanghebbende het griffierecht van ƒ 340,-- dient te vergoeden en dat de Staatssecretaris veroordeeld wordt in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op ƒ 2.840,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 6 september 2000 vastgesteld door de vice-president en raadsheren, en in het openbaar uitgesproken.