ECLI:NL:HR:2000:AA8603
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- A.E. de Moor
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van omzetbelasting en erfpacht bij Vereniging en Stichting
In deze zaak gaat het om het verzoek van de Vereniging A om teruggaaf van omzetbelasting over het tijdvak december 1994, ter hoogte van f 5.414.109. De Inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 15 juni 1995 afgewezen, waarna de Vereniging in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de afwijzing van de Inspecteur, waarna de Vereniging cassatie instelde bij de Hoge Raad. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad oordeelt dat de Vereniging A de Stichting B heeft opgericht en aan deze Stichting elf complexen woningen in erfpacht heeft uitgegeven. De verplichtingen tot onderhoud en het risico van de woningen berusten bij de Stichting. De Vereniging verrichtte in opdracht van de Stichting alle werkzaamheden met betrekking tot de verhuur van de woningen. De Hoge Raad stelt vast dat de aangifte voor de omzetbelasting door de Vereniging op 30 januari 1995 een teruggaaf van f 5.414.109 vermeldde, maar dat de Inspecteur de bedragen aan belasting die betrekking hebben op de in erfpacht uitgegeven woningen heeft geëlimineerd.
Het Hof heeft geoordeeld dat de stelling van de Vereniging dat de leverende ondernemer aftrekrechten toekomen, niet opgaat. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de woningen pas op 30 december 1994 de bestemming erfpacht kregen. Tot die datum waren de woningen nog bestemd voor verhuur door de Vereniging. De Hoge Raad concludeert dat er geen recht op aftrek van belasting bestaat voor de bedragen die aan de Vereniging in rekening zijn gebracht vóór de vestiging van het erfpachtrecht. De Hoge Raad verklaart het beroep van de Vereniging ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.