ECLI:NL:HR:2000:AA8103
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijk verklaring in faillissementsprocedure
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van een persoon, aangeduid als verzoeker, die zich richtte tot de rechter-commissaris in het faillissement van B.L.M. International B.V. met een verzoek op basis van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw). De rechter-commissaris heeft op 16 november 1999 het verzoek van de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam, die op 26 januari 2000 eveneens heeft geoordeeld dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep. Tegen deze beschikking heeft de verzoeker cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Bakels, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het middel, zoals vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal, niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad heeft op 3 november 2000 de beschikking gegeven, waarbij het beroep werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door de vice-president F.H.J. Mijnssen als voorzitter, samen met de raadsheren J.B. Fleers en O. de Savornin Lohman. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk.