ECLI:NL:HR:2000:AA8103

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R00/016HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H.J. Mijnssen
  • J.B. Fleers
  • O. de Savornin Lohman
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen niet-ontvankelijk verklaring in faillissementsprocedure

In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van een persoon, aangeduid als verzoeker, die zich richtte tot de rechter-commissaris in het faillissement van B.L.M. International B.V. met een verzoek op basis van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw). De rechter-commissaris heeft op 16 november 1999 het verzoek van de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam, die op 26 januari 2000 eveneens heeft geoordeeld dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep. Tegen deze beschikking heeft de verzoeker cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Bakels, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het middel, zoals vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal, niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad heeft op 3 november 2000 de beschikking gegeven, waarbij het beroep werd verworpen. De uitspraak werd gedaan door de vice-president F.H.J. Mijnssen als voorzitter, samen met de raadsheren J.B. Fleers en O. de Savornin Lohman. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk.

Uitspraak

3 november 2000
Eerste Kamer
Rek.nr. R00/016HR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
Mr. N. HIJMANS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van B.L.M. International B.V.,
kantoorhoudende te Almelo,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 11 november 1999 ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam ingekomen brief heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot de rechter-commissaris in het faillissement van B.L.M. International B.V. met een verzoek als bedoeld in artikel 69 Fw.
De rechter-commissaris heeft bij beschikking van 16 november 1999 [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Amsterdam.
Bij beschikking van 26 januari 2000 heeft de Rechtbank [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
De beschikking van de Rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator is in cassatie niet verschenen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Bakels strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal Bakels onder 2.1 en 2.2 niet tot cassatie leiden.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.H.J. Mijnssen als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers en O. de Savornin Lohman, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 3 november 2000.
92, NJ 1992, 195.