ECLI:NL:HR:2000:AA7157
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vervroegde betaling van salaris en belastingaanslag
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd voor het jaar 1995, gebaseerd op een belastbaar inkomen van f 333.962. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag echter vernietigd en deze verminderd tot nihil, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende, als directeur en enig aandeelhouder van een besloten vennootschap, in december 1994 een bedrag van f 371.159 als salaris over 1995 heeft ontvangen. De Inspecteur heeft dit bedrag in de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1995 als inkomen aangemerkt. Het Hof oordeelde dat het salaris op een ongebruikelijk tijdstip was genoten, maar de Hoge Raad oordeelt dat de overeenkomst tussen belanghebbende en de BV niet onder de relevante wetgeving valt, die voornamelijk gericht is op uitstel van loon.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigt de uitspraak van de Inspecteur. De Hoge Raad concludeert dat de wetgeving niet beperkt is tot alleen uitstel van loon, maar ook vervroegde betalingen van loon moet omvatten. Dit arrest benadrukt de noodzaak om directeur-grootaandeelhouders in een vergelijkbare positie te brengen als gewone werknemers met betrekking tot het tijdstip van salarisontvangst. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.