ECLI:NL:HR:2000:AA6928
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting door fiscale eenheid
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de fiscale eenheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 juli 1999. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1991 tot en met 31 december 1991. Aan belanghebbende was een naheffingsaanslag opgelegd, die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd tot een bedrag van ƒ 136.036,--. Belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. Hierna heeft belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten besproken en oordeelt dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is op 29 augustus 2000 vastgesteld door de vice-president en de raadsheren, en in het openbaar uitgesproken.