ECLI:NL:HR:2000:AA6512
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een aanslag ingezetenenomslag opgelegd door een waterschap
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 2 december 1998. De zaak betreft een aanslag in de ingezetenenomslag van het waterschap De Zeeuwse Eilanden voor het jaar 1996, die door het Dagelijks Bestuur was opgelegd. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het Dagelijks Bestuur heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van het Dagelijks Bestuur heeft bevestigd. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
In cassatie herhaalt belanghebbende zijn eerdere argumenten, waarbij hij stelt dat de aanslag is opgelegd door een onbevoegd orgaan en dat de omslagverordening niet verbindend is. Hij betoogt dat de voorlopige algemene vergadering, die de omslagverordening heeft vastgesteld, niet op de juiste wijze is samengesteld, omdat deze niet tot stand is gekomen door verkiezingen en de leden geen zittingsduur van vier jaar hadden. De Hoge Raad oordeelt echter dat het niet aan de rechter in belastingzaken is om te beoordelen of het orgaan dat de belastingverordening heeft uitgevaardigd, op de juiste wijze is samengesteld. Dit betekent dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad concludeert dat de op de klachten voortbouwende argumenten over de samenstelling van het voorlopige dagelijks bestuur van het waterschap eveneens niet tot cassatie kunnen leiden. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 14 juli 2000 vastgesteld en openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren.