ECLI:NL:HR:2000:AA4902

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
35031
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • Korthals Altes
  • Zuurmond
  • Beukenhorst
  • Monné
  • Bavinck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag overdrachtsbelasting

In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die is opgelegd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. De naheffingsaanslag, ter hoogte van f 50.400,--, werd opgelegd vanwege de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslag. Hierop heeft belanghebbende, X B.V., beroep ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, wat leidde tot een cassatieprocedure door de Staatssecretaris van Financiën.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën behandeld. In de beoordeling van het cassatiemiddel kwam naar voren dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit bleek dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien het middel geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft vervolgens de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak van de Hoge Raad is op 23 februari 2000 gedaan, waarbij de vice-president Korthals Altes als voorzitter optrad, samen met de raadsheren Zuurmond, Beukenhorst, Monné en Bavinck. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken, en er werd een recht geheven van f 340,-- voor het door de Staatssecretaris ingestelde beroep in cassatie.

Uitspraak

Nr. 35031
23 februari 2000
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 24 november 1998 betreffende na te melden aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.
1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is terzake van de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd ten bedrage van f 50.400,--, zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Staatssecretaris van Financiën zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep, en
- veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is op 23 februari 2000 vastgesteld door de vice-president Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Beukenhorst, Monné en Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Bolle, en op die datum in het openbaar uitgesproken.
Van de Staatssecretaris van Financiën wordt ter zake van het door hem ingestelde beroep in cassatie een recht geheven van f 340,--.