ECLI:NL:HR:1999:AA2865
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- W. Beukenhorst
- A. Monné
- M. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van giften in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 4 september 1998, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De belanghebbende ontving een aanslag naar een belastbaar inkomen van f 16.218,--, welke aanslag door de Inspecteur werd gehandhaafd na bezwaar. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van belanghebbende, waarbij de vraag centraal staat of er sprake is van een gift in de zin van artikel 47 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De Hoge Raad stelt vast dat voor een gift een waardeverschuiving uit het vermogen van de gever naar dat van de begiftigde moet plaatsvinden. In dit geval had de bloedbank het bloed van belanghebbende afgenomen, maar dit bloed maakte geen deel uit van zijn vermogen. Hierdoor was er geen waardeverschuiving en kon er geen aftrek voor giften worden verleend.
De Hoge Raad concludeert dat het Hof terecht geen aftrek ter zake van giften heeft verleend, en dat de klachten van belanghebbende falen. Tevens oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is op 22 september 1999 gedaan door vice-president Stoffer en de raadsheren Zuurmond, Beukenhorst, Monné en Kop, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Bolle.