ECLI:NL:HR:1999:AA2711
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die betrekking heeft op de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De belanghebbende, X, had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar inkomen van f 127.205,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag naar een belastbaar inkomen van f 116.545,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld. In cassatie is vastgesteld dat belanghebbende tot 1 januari 1994 een woning om niet ter beschikking heeft gesteld aan zijn moeder. In december 1993 heeft belanghebbende onderhoudswerkzaamheden aan de woning laten verrichten, waarvoor hij op 1 januari 1994 een huurovereenkomst met zijn moeder heeft gesloten. De kosten van de onderhoudswerkzaamheden, ter hoogte van f 18.226,35, zijn door belanghebbende in januari 1994 betaald.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat de onderhoudskosten zijn gemaakt in verband met de toekomstige verhuur van de woning, en dat deze kosten in beginsel aftrekbaar zijn. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de kosten zijn gemaakt nadat de bestemming tot verhuur was komen vast te staan. De Hoge Raad verwierp het beroep van de Staatssecretaris van Financiën en oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad werd op 10 maart 1999 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken.