ECLI:NL:HR:1999:AA1488
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Neleman
- H. Heemskerk
- F. Fleers
- K. Kop
- Rechtspraak.nl
Ontslag tijdens zwangerschap en de toepassing van het concordantiebeginsel in Aruba
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres], werkzaam bij Aruba Hotel Enterprises N.V., en haar werkgever over de rechtmatigheid van haar ontslag tijdens haar zwangerschap. [Eiseres] had op 15 oktober 1996 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin zij verzocht om betaling van haar laatstgenoten salaris, omdat zij meende dat haar ontslag op 19 april 1996 onterecht was. Het Gerecht in eerste aanleg oordeelde op 9 april 1997 dat Aruba Hotel haar moest betalen, maar dit vonnis werd in hoger beroep door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 20 januari 1998 vernietigd.
In cassatie stelde [eiseres] dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat haar ontslag niet in strijd was met de goede zeden en dat het niet had moeten afzien van het verweer dat haar ontslag onterecht was. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld dat [eiseres] niet was ontslagen wegens arbeidsongeschiktheid en dat het concordantiebeginsel, dat inhoudt dat het burgerlijk recht in de drie landen van het Koninkrijk zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze wordt geregeld, niet van toepassing was op de Nederlandse wetgeving inzake ontslag tijdens zwangerschap. De Hoge Raad verwierp het beroep van [eiseres] en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie.