ECLI:NL:HR:1998:AA2602
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Bellaart
- Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. tegen aanslag vennootschapsbelasting 1990
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die betrekking heeft op de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1990. De belastingdienst had een aanslag opgelegd van ƒ 885.700,--, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
X B.V. heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep heeft de Staatssecretaris van Financiën gereageerd met een vertoogschrift, waarin het cassatieberoep werd bestreden. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 16 december 1998 vastgesteld door vice-president R.J.J. Jansen en de raadsheren Bellaart en Hammerstein, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en is in het openbaar uitgesproken.