ECLI:NL:HR:1997:AB1370
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- Van der Putt-Lauwers
- Meij
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en bestemmingswijziging van landbouwgrond
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 april 1996, betreffende de hem voor het jaar 1991 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De aanslag was na bezwaar verminderd tot een belastbaar inkomen van f 52.459,--. Belanghebbende had zijn varkensbedrijf per 31 juli 1991 gestaakt en de onroerende zaken, waaronder een vrijstaande woning en een verouderde varkensstal, naar zijn privé-vermogen overgebracht. De Inspecteur berekende de bestemmingswijzigingswinst op f 34.500,--, uitgaande van 60% van de waarde in het economische verkeer van de gronden. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, maar belanghebbende ging in cassatie met drie middelen van cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de gronden na de beëindiging van het landbouwbedrijf niet meer dienstbaar zijn aan de uitoefening van een landbouwbedrijf. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest waarin is vastgesteld dat de woning, die door belanghebbende wordt bewoond, niet automatisch een andere bestemming krijgt door de beëindiging van het landbouwbedrijf. De Hoge Raad concludeert dat de waardeverandering van de ondergrond van de woning niet tot de winst kan worden gerekend, omdat er geen sprake is van een verandering in de aanwending van deze grond. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 300,-- vergoedt aan belanghebbende en veroordeelt de Staatssecretaris in de proceskosten van f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 15 juli 1997 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen en de raadsheren, en in het openbaar uitgesproken.