ECLI:NL:HR:1997:AA3262

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 1997
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
32674
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Zuurmond
  • M. Fleers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1992

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 september 1996. De zaak betreft de aan X, woonachtig te Z, opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De belastingplichtige ontving een aanslag gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 52.193,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag. Hierop ging de belanghebbende in beroep bij het Hof, dat de aanslag verlaagde tot een belastbaar inkomen van ƒ 44.937,--.

De Staatssecretaris van Financiën ging tegen deze uitspraak in cassatie en stelde een middel van cassatie voor. De Hoge Raad beoordeelde het middel en concludeerde dat het niet tot cassatie kon leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit bleek dat het middel geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad oordeelde verder dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep in cassatie. Dit arrest is op 24 september 1997 vastgesteld door de vice-president A. Stoffer, samen met de raadsheren J. Zuurmond en M. Fleers, en werd in het openbaar uitgesproken. Tevens werd er een recht geheven van ƒ 300,-- van de Staatssecretaris van Financiën voor het beroep in cassatie.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Ge rechtshof te 's-Gravenhage van 18 september 1996 betreffende de aan X, gewoond hebbend te Z voor het jaar 1992 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/ pre mie volksverzekeringen.
1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof. Aan belanghebbende is voor het jaar 1992 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 52.193,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belast baar inkomen van ƒ 44.937,--.
2. Geding in cassatie. De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel van cassatie voorgesteld.
3. Beoordeling van het middel. Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (Hoge Raad 18 juni 1997, nr. 32523, VN 1997, blz. 2399).
4. Proceskosten. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing. De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 24 september 1997 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken. Van de Staatssecretaris van Financiën wordt terzake van dit beroep in cassatie een recht geheven van ƒ 300,--.