ECLI:NL:HR:1997:AA2159
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van der Linde
- M. de Moor
- C. van der Putt-Lauwers
- H. Meij
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof inzake omzetbelasting over december 1992
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op de omzetbelasting die door de belanghebbende is voldaan over het tijdvak december 1992. De belanghebbende heeft op aangifte een bedrag van ƒ 277.377,-- aan omzetbelasting voldaan en heeft bezwaar gemaakt tegen dit bedrag, waarbij zij verzocht om teruggaaf van ƒ 30.000,--. De Inspecteur heeft de belanghebbende echter niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar, wat heeft geleid tot een beroepsprocedure bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, waarop de belanghebbende in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en vastgesteld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot cassatie. Dit is onderbouwd met verwijzing naar artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij wordt aangegeven dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 11 juni 1997 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter en de raadsheren Van der Linde, De Moor, Van der Putt-Lauwers en Meij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.