ECLI:NL:HR:1996:AA1859
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- A. Zuurmond
- H. Herrmann
- M. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake toeristenbelasting strandstoelen en/of strandbedden
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 juli 1994. De zaak betreft een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de toeristenbelasting voor strandstoelen en/of strandbedden voor het jaar 1991. De aanslag, ter hoogte van ƒ 3.348,--, was opgelegd aan belanghebbende, die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot het houden van verblijf binnen de gemeente Zandvoort bij strandpaviljoen 8. Na bezwaar tegen de aanslag, is deze door de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort gehandhaafd. Belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, dat de uitspraak van de Burgemeester en Wethouders heeft bevestigd.
In cassatie heeft belanghebbende de uitspraak van het Hof bestreden. Het beroepschrift in cassatie is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Burgemeester en Wethouders hebben een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. Volgens artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende. Dit arrest is op 3 januari 1996 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Reijngoud, en op die datum in het openbaar uitgesproken.