ECLI:NL:HR:1996:AA1859

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 januari 1996
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
30676
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Urlings
  • A. Zuurmond
  • H. Herrmann
  • M. Fleers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake toeristenbelasting strandstoelen en/of strandbedden

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 juli 1994. De zaak betreft een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de toeristenbelasting voor strandstoelen en/of strandbedden voor het jaar 1991. De aanslag, ter hoogte van ƒ 3.348,--, was opgelegd aan belanghebbende, die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot het houden van verblijf binnen de gemeente Zandvoort bij strandpaviljoen 8. Na bezwaar tegen de aanslag, is deze door de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort gehandhaafd. Belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, dat de uitspraak van de Burgemeester en Wethouders heeft bevestigd.

In cassatie heeft belanghebbende de uitspraak van het Hof bestreden. Het beroepschrift in cassatie is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Burgemeester en Wethouders hebben een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. Volgens artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende. Dit arrest is op 3 januari 1996 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Reijngoud, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 juli 1994 betreffende de aan hem opgelegde aanslag in de toeristenbelasting strandstoelen en/of strandbedden voor het jaar 1991.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1991 als degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot het houden van verblijf binnen de gemeente Zandvoort bij strandpaviljoen 8, een aanslag in voormelde belasting opgelegd ten bedrage van ƒ 3.348,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Burgemeester en Wethouders in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Burgemeester en Wethouders hebben een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 3 januari 1996 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Zuurmond, Herrmann en Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Reijngoud, en op die datum in het openbaar uitgesproken.