ECLI:NL:HR:1995:AA3061
Hoge Raad
- Cassatie
- Wildeboer
- Zuurmond
- Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aftrekbaarheid van kosten voor begeleiders van excursies
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 21 april 1994 werd gedaan. De zaak betreft de aan X te Z opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen voor het jaar 1990. De belanghebbende had een aanslag ontvangen op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 65.864, maar na bezwaar werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verlaagde tot een belastbaar inkomen van ƒ 65.114.
De Staatssecretaris van Financiën stelde beroep in cassatie in tegen deze uitspraak van het Hof. Het Hof had geoordeeld dat de belanghebbende, als leraar, twee reizen naar Parijs had gemaakt ter voorbereiding en begeleiding van een excursie voor examenkandidaten. Het Hof concludeerde dat deze activiteiten deel uitmaakten van de taak van de leraar en dat de kosten voor deze reizen aftrekbaar waren, ondanks de beperkingen die in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 zijn opgenomen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de kosten voor de reizen niet onder de beperking van aftrekbaarheid vallen, omdat begeleiders van excursies niet als deelnemers worden beschouwd. De Hoge Raad verwierp het beroep van de Staatssecretaris, en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 15 maart 1995 gedaan door de raadsheer Wildeboer als voorzitter, samen met de raadsheren Zuurmond en Fleers, en werd in het openbaar uitgesproken.