ECLI:NL:HR:1993:ZC1074
Hoge Raad
- Cassatie
- Royer
- Roelvink
- Korthals Altes
- Neleman
- Nieuwenhuis
- Davids
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de zorgvuldigheid van een commissionair in effecten bij overschrijding van kredietlimiet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 1993 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en B.V. [verweerster]. De zaak betreft de vraag of [verweerster], als commissionair in effecten, heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheidseisen door kooporders uit te voeren, terwijl de kredietlimiet van [eiseres] bij Kassas was overschreden. De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiseres] heeft in 1985 het beheer van haar effectenportefeuille toevertrouwd aan [betrokkene 1], die op zijn beurt [verweerster] inschakelde voor de uitvoering van kooporders. [verweerster] heeft in de periode van mei tot en met december 1986 effecten gekocht voor [eiseres], maar na een betalingsachterstand heeft zij deze effecten verkocht. De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft [verweerster] toegelaten tot bewijslevering, en het Gerechtshof heeft het tussenvonnis van de Rechtbank bekrachtigd, maar de bewijsopdracht gewijzigd. [eiseres] heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof, waarbij zij betoogde dat [verweerster] haar had moeten waarschuwen voor de overschrijding van de kredietlimiet. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat [verweerster] niet verplicht was om [eiseres] of [betrokkene 1] te waarschuwen voor de overschrijding van de kredietlimiet. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over de zorgvuldigheidseisen die op [verweerster] rustten en dat de bewijsopdracht niet buiten de rechtsstrijd van partijen was getreden. [eiseres] werd in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.