Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties en met het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 30 september 2024;
- het verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep met producties, ingekomen ter griffie op 10 januari 2025;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep tevens houdende wijziging van eis, met producties 6 t/m 8, ingekomen ter griffie op 27 (deels), 28 januari 2025 en 4 februari 2025 (voorzien van natte handtekening);
3.De beoordeling in principaal en incidenteel beroep
scholing om meer zelfvertrouwen te ontwikkelen en daarbij op de juiste manier communiceren lijkt aannemelijker’). Op verzoek van [werknemer] heeft de arbeidsdeskundige bovenstaande passage verwijderd in het definitieve rapport d.d. 25 april 2023. Dit laatste is door de arbeidsdeskundige pas veel later, op 5 februari 2024, per e-mail aan [werkgever] kenbaar gemaakt. In die e-mail van 5 februari 2024 heeft de arbeidsdeskundige onder meer vermeld:
principaal hoger beroephet hof verzocht primair de beroepsgronden van [werknemer] te verwerpen, haar verzoeken af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen, al dan niet onder aanvulling en verbetering van de gronden. Subsidiair, in het geval het hof beslist dat de arbeidsovereenkomst toch dient te worden hersteld, heeft [werkgever] verzocht [werknemer] te veroordelen tot terugbetaling van de aan haar betaalde transitievergoeding binnen veertien dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
incidenteel hoger beroepheeft [werkgever] vijf (5) incidentele beroepsgronden aangevoerd, die het hof hierna onder 3.9 per onderwerp zal benoemen. [werkgever] heeft in incidenteel hoger beroep het hof verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, al dan niet onder aanvulling/verbetering van de gronden, zodat wordt geoordeeld dat [werknemer] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dat voor recht wordt verklaard dat [werkgever] geen transitievergoeding verschuldigd is aan [werknemer] en haar te veroordelen tot terugbetaling van de aan haar betaalde transitievergoeding binnen veertien dagen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
Daarnaast heeft werknemer de wens uitgesproken voor het volgen van een MBA opleiding om onder andere zich verder te kunnen bekwamen in haar werkzaamheden. Een MBA-opleiding volgen lijkt mij niet de kortste weg naar werk en ligt niet voor de hand. Mijn inziens lijken andere trainingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en sociale vaardigheden beter hierop aan te sluiten, gezien de medische situatie en de onderlinge werkverhouding die is ontstaan."