Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde sub 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
1.De kern van de zaak
2.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding in hoger beroep van 12 juni 2023;
- het arrest van 15 augustus 2023 waarbij een mondelinge behandeling na aanbrengen is bevolen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 24 oktober 2023;
- de memorie van grieven met een productie;
- de memorie van antwoord met producties;
- de mondelinge behandeling van 20 november 2024 en de daarbij zijdens Woonbedrijf overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen.
3.De feiten
4.Standpunten van partijen
5.Beoordeling
elkaars aanwezigheid” onderdeel vormt van de wederkerigheid. Zij “
delen de maaltijden met elkaar” en [geïntimeerde sub 2] “
vergezelt [geïntimeerde sub 1] als zij buitenhuis gaat”. [1] In de brief van 1 november 2021 van hun advocaat aan Woonbedrijf (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) hebben [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] bovendien gesteld dat zij “
gezamenlijk en op grond van een afgesproken verdeling alle huishoudelijke taken” verrichten.
en naar waarheidaan te voeren). Omdat deze stelling in hoger beroep niet zo uitdrukkelijk is herhaald, zal het hof het bij deze constatering laten en er verder geen gevolgen aan verbinden.
elkaarhelpen en steunen. [geïntimeerde sub 2] is de verzorger van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 1] de verzorgde, die gewoon niet zonder die zorg kan. Van enige daadwerkelijke actieve bijdrage aan de samenwoning door [geïntimeerde sub 1] blijkt niets. Dat [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] “
in elkaars aanwezigheid” verkeren en “
de maaltijden met elkaar” delen maakt dit niet anders. Ook dat [geïntimeerde sub 2] [geïntimeerde sub 1] “
vergezelt” als zij buitenshuis gaat (zoals door [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] gesteld bij memorie van antwoord) brengt geen wederkerigheid in de relatie. [geïntimeerde sub 1] kan immers niet anders naar buiten dan met en door de hulp van [geïntimeerde sub 2] (zo schrijft [geïntimeerde sub 2] in het “Overzicht mantelzorgtaken”). Ook in dit element valt geen wederkerigheid te herkennen. [geïntimeerde sub 2] noemt zichzelf daarbij ook “begeleider”. En dat is wat hij is: een begeleider:
juist(…)
met dit doel” is gestart.
Ik ben vanuit Afrika teruggekomen. Ik ben 60 jaar. Ik hoop dat ze[ [geïntimeerde sub 1] : hof]
nog 20 jaar leeft,maar eerder terug naar Afrika te gaan zit er niet meer in[onderstreping: hof].” Uit deze verklaring blijkt dat [geïntimeerde sub 2] uitgaat van een terugkeer naar Afrika, maar dat pas kan als hij niet meer voor [geïntimeerde sub 1] hoeft te zorgen. Dit past ook bij de overige verklaringen van [geïntimeerde sub 2] , dat hij omwille van de zorg voor zijn moeder is teruggekomen.
- Explootkosten € 130,56
- Griffierechten € 783,00
- Salaris advocaat € 3.642,00 (3 punt(en) x tarief II)
- Nakosten € 178,00(plus de verhoging als vermeld in de beslissing)