Op 28 augustus 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker in een civiele zaak met nummer 200.350.043/01. De verzoeker had op 21 augustus 2025 een verzoek tot wraking ingediend tegen 'het Hof, Advocaten, Tegenpartijen'. Echter, het verzoek was niet ondertekend door een advocaat, wat in strijd is met de vereisten zoals vastgelegd in het wrakingsprotocol van het hof. De wrakingskamer heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar de verzoeker heeft hier geen gehoor aan gegeven. Hierdoor kon de wrakingskamer niet tot een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet aan de wettelijke eisen voldeed, aangezien in zaken waar een partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, het verzoek tot wraking door een advocaat moet worden ingediend. De verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, en de mondelinge behandeling is achterwege gelaten. De wrakingskamer heeft ook opgemerkt dat de verzoeker zijn verzoek niet heeft geconcretiseerd met feiten die de onpartijdigheid van de rechters zouden kunnen raken. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.