ECLI:NL:GHSHE:2025:2340

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
200.350.043_02
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan advocaatondertekening

Op 28 augustus 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker in een civiele zaak met nummer 200.350.043/01. De verzoeker had op 21 augustus 2025 een verzoek tot wraking ingediend tegen 'het Hof, Advocaten, Tegenpartijen'. Echter, het verzoek was niet ondertekend door een advocaat, wat in strijd is met de vereisten zoals vastgelegd in het wrakingsprotocol van het hof. De wrakingskamer heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar de verzoeker heeft hier geen gehoor aan gegeven. Hierdoor kon de wrakingskamer niet tot een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komen.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet aan de wettelijke eisen voldeed, aangezien in zaken waar een partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, het verzoek tot wraking door een advocaat moet worden ingediend. De verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, en de mondelinge behandeling is achterwege gelaten. De wrakingskamer heeft ook opgemerkt dat de verzoeker zijn verzoek niet heeft geconcretiseerd met feiten die de onpartijdigheid van de rechters zouden kunnen raken. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Wrakingskamer
Registratienummer : 200.350.043/02
Uitspraak : 28 augustus 2025
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van een wrakingsverzoek van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
gegeven op het schriftelijke verzoek in de civiele zaak met nummer 200.350.043/01, ingediend door:
[de verzoeker],
wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats]
hierna te noemen: ‘de verzoeker’,
strekkende tot wraking van “het Hof, Advocaten Tegenpartijen” aldus de verzoeker.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij het team familie- en jeugdrecht van het hof is onder zaaknummer 200.350.043/01 een procedure aanhangig, waarbij verzoeker als partij betrokken is.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak zal plaatsvinden op 29 augustus 2025 te 14.00 uur.
1.3.
Bij e-mailbericht van 21 augustus 2025 aan het secretariaat van de wrakingskamer heeft de verzoeker aangegeven ‘het Hof, Advocaten, Tegenpartijen’ te wraken.
1.4.
Bij e-mailbericht van 21 augustus 2025 heeft het secretariaat van de wrakingskamer aan de verzoeker laten weten dat in de procedure van de verzoeker sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging, wat betekent dat ook het wrakingsverzoek door een advocaat dient te worden ondertekend. Aan de verzoeker is een termijn tot 27 augustus 2025 verleend om dit verzuim te herstellen. Dit e-mailbericht is in kopie naar de advocaat van de verzoeker gestuurd.
Daarbij wordt door de wrakingskamer opgemerkt dat herstel van het verzuim alleen kan plaatsvinden doordat het oorspronkelijk ingediende verzoek wordt ondertekend door een advocaat. Dat kan doordat een advocaat datzelfde verzoekschrift alsnog ondertekent en indient, dan wel doordat een advocaat een aan het oorspronkelijk ingediende verzoekschrift gelijkluidend verzoekschrift ondertekent en indient.
1.5.
De wrakingskamer heeft geen door een advocaat ondertekend verzoek tot wraking ontvangen en zal daarom uitspraak doen op basis van de beschikbare stukken.

2.Ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
De wrakingskamer stelt vast dat het door verzoeker op 21 augustus 2025 ingediende verzoek tot wraking niet is ondertekend door een advocaat, terwijl dit voor een schriftelijk wrakingsverzoek in een zaak als die waarbij verzoeker als partij betrokken is, wel is voorgeschreven.
In dat kader verwijst de wrakingskamer naar het wrakingsprotocol van het hof. In artikel 1.2. van dit protocol is opgenomen dat in zaken waarin de partij zich verplicht moet laten vertegenwoordigen, het verzoek tot wraking op straffe van niet-ontvankelijkheid moet worden ingediend door een advocaat.
2.2.
De verzoeker is in de gelegenheid gesteld om het verzuim – verzoek is niet ondertekend door een advocaat – te herstellen. De verzoeker heeft daaraan geen gehoor gegeven.
2.3.
Gelet hierop is de wrakingskamer van oordeel dat de verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn verzoek. De wrakingskamer komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. Nu het verzoek kennelijk
niet-ontvankelijk is, kan een mondelinge behandeling achterwege blijven.
2.4.
Ten overvloede overweegt de wrakingskamer dat de verzoeker zijn verzoek tot wraking van het hof op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd met feiten en omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid van de raadsheren die zijn zaak in hoger beroep behandelen kunnen raken of dat daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat. Daardoor is het verzoek niet aan te merken als een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Om die reden zou het verzoek van de verzoeker buiten behandeling zijn gesteld, in het geval de verzoeker in het verzoek ontvankelijk zou zijn.
BESLISSING
Het hof:
verklaart de verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van “het Hof, Advocaten Tegenpartijen” ;
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de verzoeker, zijn raadsman en de (raadsvrouw van) zijn wederpartij, alsmede de raadsheren in de hoofdzaak die wordt behandeld op 29 augustus 2025.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.W. van Rijkom, mr. J.M. van der Vegt en mr. S.V. Pelsser en is in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.