4.1.1.In overweging 3.13 tot en met 3.26 heeft de rechter in eerste aanleg vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Deze feiten zijn niet betwist en vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds voldoende gemotiveerd gesteld en anderzijds niet (voldoende gemotiveerd) betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze feiten voor zover relevant in hoger beroep:
a. Het notariskantoor van [geïntimeerde] verleende diensten aan particulieren en het midden- en kleinbedrijf. Tot september 2008 passeerde [geïntimeerde] circa 1200 aktes per jaar. Circa 50 daarvan betrof A-B-C-transacties, zoals hierna beschreven.
b. [geïntimeerde] is op 1 april 2011 gedefungeerd. Zijn notariskantoor sloot en het protocol werd overgedragen aan een notaris werkzaam bij een ander notariskantoor.
c. [appellant] is een ondernemer met verschillende bedrijven.
d. Hij verwierf in 2006 en 2007 in privé een zestal percelen landbouwgrond te [locatie A] , [locatie B] , [locatie C] , [locatie D] , [locatie E] en [locatie F 1] .
De percelen kocht en kreeg hij geleverd (de transacties B-C) van [bedrijf A] (perceel [locatie A] ), [persoon A] (perceel [locatie B] ), [bedrijf B] (percelen [locatie D] , [locatie F 1] en [locatie C] ), en [bedrijf C] (perceel [locatie E] ). De in het kader van de transacties B-C genoemde verkopende vennootschappen zijn alle gelieerd aan één persoon: [persoon B] . De verkopende natuurlijke persoon [persoon A] is werkzaam (geweest) voor [persoon B] .
e. De levering van genoemde percelen (transacties A-B) vond plaats, afhankelijk van het perceel, één tot tien maanden eerder dan de levering in het kader van transacties B-C. Bij de transacties B-C waren de overeengekomen prijzen per m2 steeds hoger dan de prijzen die voornoemde verkopers zelf hadden betaald toen zij de percelen aankochten (transacties A-B). Het ging om een verhoging:
van € 7,71 naar € 17,50 (perceel [locatie A] , 3.000 m2),
van € 6,05 naar € 7,00 (perceel [locatie B] , 4.000 m2),
van € 2,36 naar € 9,00 (perceel [locatie C] , 3.000 m2),
van € 4,59 naar € 9,50 (perceel [locatie D] , 1.500 m2),
van € 4,12 naar € 10,00 (perceel [locatie E] , 1.500 m2), en
van € 8,00 naar € 16,00 (perceel [locatie F 1] , 2.000 m2).
f. [geïntimeerde] heeft zowel de leveringsakten in het kader van transacties A-B gepasseerd als de leveringsakten in het kader van de transacties B-C.
g. De koopovereenkomsten met [appellant] (transactie B-C) vermelden onder meer:
“
1. Koper heeft kennisgenomen van de brochure en informatie welke behoort bij het door hem/haar gekochte.
2.Koper dient (...) 10% van de koopsom te betalen aan het kantoor van (…) [geïntimeerde] (...)
4. (...) overdracht zal plaatsvinden (...) ten kantore van voornoemde notaris”.
h. [geïntimeerde] heeft aan [appellant] de ontvangst van de koopovereenkomsten bevestigd en hem daarbij het ontwerp van de akten van levering en een (concept)volmacht toegestuurd. Daarbij heeft [geïntimeerde] geschreven:
“Mochten er onjuistheden staan in de ontwerp akte, dan verzoek ik u vriendelijk deze tijdig voor het tekenen van de akte, aan de behandelaar, mevrouw (...) door te geven”.
i. De levering is bij volmacht gepasseerd. De leveringsakten vermelden, voor zover relevant:
“[dat het perceel, hof] door koper [is] te gebruiken als landbouwgrond [hof, respectievelijk] als weiland
De comparante sub 1 verklaart namens verkoper geen enkel uitsluitsel te (kunnen) geven omtrent een (eventuele) toekomstige bestemmingswijziging van het verkochte (...)
4. Het verkochte wordt aanvaard in de feitelijke staat waarin het zich ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst bevond (…)”
j. Blijkens de nota’s van afrekening bedroegen de notariële kosten voor [appellant]
in totaal € 2.640,00. Na het passeren van de leveringsakten heeft [geïntimeerde] het eigendomsbewijs van de percelen toegestuurd aan [appellant] .
k. [appellant] kocht de landbouwgrond als (pensioen)belegging. Hij speculeerde op een waardevermeerdering van de grond zodra de agrarische bestemming van de grond zou wijzigen naar bouwgrond.
l. In ieder geval vanaf april 2009 is met enige regelmaat in de media aandacht besteed aan beleggingen in landbouwgrond, waarbij ook is gewaarschuwd voor hieraan verbonden risico's.
m. [appellant] heeft de zes percelen in 2010 verkocht en geleverd aan [bedrijf D] (hierna: “ [bedrijf D] ”), een vennootschap waarvan hij bestuurder en enig aandeelhouder was en is. De totaalprijs bij die transactie lag 4,5% hoger dan de totaalprijs waarvoor [appellant] de percelen zelf had gekocht.
In de leveringsakte is voor zover van belang opgenomen:
“Verkoper en koper hebben een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot
het hierna te vermelden registergoed (…)
OMSCHRIJVING REGISTERGOED
4. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie C] (…)
5. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie D] (…)
6. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie E] (…)
7. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie B] (…)
11. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie F 2] , gemeente [locatie A]
(...)
12. een perceel cultuurgrond, gelegen te [locatie F 1] (…)
KOOPPRIJS
4. voor wat betreft het verkochte sub 4: twaalfduizend vijfhonderd euro
(€ 12.500,00);
5. voor wat betreft het verkochte sub 5: tienduizend euro (€ 10.000,00);
6. voor wat betreft het verkochte sub 6: twintigduizend euro (€ 20.000,00);
7. voor wat betreft het verkochte sub 7: veertigduizend euro (€ 40.000,00);
11. voor wat betreft het verkochte sub 11 : vierenvijftigduizend euro
(€ 54.000,00);
12. voor wat betreft het verkochte sub 12 : veertigduizend euro (€ 40.000,00);
derhalve bedraagt in totaal de koopprijs voor het verkochte (…), overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer, zoals getaxeerd op twee juni tweeduizend tien respectievelijk drie juni tweeduizend tien door [persoon C] te [plaats A] in verband met de voorgenomen inbreng in de vennootschap. (…)
Koper heeft de koopprijs en het verder door hem verschuldigde voor een gedeelte (…) voldaan middels verrekening in rekeningcourant en voor een gedeelte (…) voldaan door storting op een kwaliteitsrekening ten name van Notariskantoor [x] .
Verkoper kwiteert koper voor betaling van de koopprijs. "
n. [appellant] heeft [geïntimeerde] op 23 april 2021 aansprakelijk gesteld. Hij heeft [geïntimeerde] daarbij – kort gezegd – verweten dat hij bij het verlenen van zijn notariële diensten zijn zorgplicht heeft geschonden. [appellant] heeft [geïntimeerde] verzocht aan hem een schadevergoeding te betalen van het totaalbedrag dat [appellant] voor de percelen had betaald.
o. [bedrijf D] heeft de percelen cultuurgrond in [locatie A] , [locatie D] , [locatie E] , [locatie B] , en [locatie F 1] doorverkocht en eind 2023 geleverd aan derden.