In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling door de rechtbank Limburg. De appellante, die kampt met structurele psychosociale problematiek, had eerder verzocht om de schuldsaneringsregeling toe te passen, maar haar verzoek werd afgewezen omdat niet voldoende aannemelijk was dat zij de verplichtingen uit de regeling zou kunnen nakomen. De rechtbank oordeelde dat de appellante niet in staat was om de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren na te komen, mede gezien haar psychische klachten en het ontbreken van bevestigende verklaringen van behandelaars.
In hoger beroep heeft de appellante betoogd dat haar situatie voldoende stabiel is en dat zij in staat is om aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling te voldoen. Het hof heeft echter vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een structurele psychosociale problematiek en dat er geen actuele verklaring van een professionele hulpverlener is overgelegd die bevestigt dat deze problemen beheersbaar zijn. Het hof heeft de appellante de gelegenheid gegeven om voor een pro forma datum een dergelijke verklaring in te dienen, zodat kan worden beoordeeld of zij in staat is om aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling te voldoen. De behandeling van de zaak is aangehouden tot 8 februari 2024.