Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven, met de producties 6 tot en met 10;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, tevens akte vermeerdering van eis in oorspronkelijke conventie, met producties 1 tot en met 14;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel;
- het H12 formulier van 18 oktober 2023 met (ongenummerde) producties, zijdens [appellante] ;
- de mondelinge behandeling op 6 november 2023, waarbij partijen beiden spreekaantekeningen hebben overgelegd.
6.De beoordeling
“De schutting achter de woning bezien vanuit de tuin op het adres [adres 2] heeft als hoogte 2,63 meter inclusief de houten lat bovenop de betonnen schutting. De hoogte van de schutting inclusief betimmering door middel van houten plankjes, bedraagt 2,21 meter”.Het hof constateert dat op de foto’s bij (onder meer) productie 3 bij dagvaarding te zien is dat het gaas zich boven de houten latjes bevindt. Ook heeft [appellante] tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg bevestigd dat de constateringen van de rechtbank kloppen. [appellante] onderbouwt verder niet waarop zij baseert dat het gaas wel is mee-gemeten.
“De achtertuin van [adres 2] is in zijn geheel bestraat. Er groeien geen struiken/planten langs de erfgrens met [adres 1] . (…). Om te onderzoeken of dit echt zo is, zijn een aantal tegels verwijderd en is gegraven om wortels op te zoeken. Dit is uitgevoerd op de locatie waar op [adres 1] een grote klimopwortel aanwezig is (figuur 4). Er wordt inderdaad een wortel aangetroffen, waarbij zichtbaar is dat het dikke gedeelte aan de zijde van [adres 1] zit en hij dunner gedeelte richting [adres 2] groeit (figuur 3). Het dikkere gedeelte komt vanaf de basis, waarbij het duidelijk is dat de klimop dus vanaf [adres 1] groeit.”
“Onze conclusie is dat de basis, oftewel de wortels van deze klimop, niet uit jouw tuin afkomstig zijn.”[appellante] bepleit dat de vaststelling van haar tuinman [de tuinman] en niet het expertiserapport van [het bedrijf 1] waaruit het tegendeel volgt, dient te worden gevolgd nu dat volgens [appellante] is gebaseerd op te summier onderzoek. Immers is tijden het onderzoek door [het bedrijf 1] slechts één tegel opengelegd.
kanleiden. Overigens heeft [appellante] ter zitting naar voren gebracht dat het probleem niet in de gedeelde hemelwaterafvoer is gelegen maar in de afwatering in het gezamenlijke riool.
De riolering van [geïntimeerde 1] is wel aangesloten op de riolering van [appellante] . Wij merken hierbij op dat voor ons zonder aanvullende nadere informatie over het eigendomsrecht van het gangpad en de eronder gelegen gezamenlijke leiding niet is vast te stellen wie de eigenaar is van de gezamenlijke leiding onder het gangpad. De riolering van [appellante] en [geïntimeerde 1] komen samen in het gangpad en worden vervolgens middels één rioleringsleiding afgevoerd onder het gangpad naar het gemeenteriool (bijlage A). Wij hebben ook op basis van de ons overgelegde gegevens en door het ontbreken van een duidelijk kadastraal inmeetrapport en/of een tekening niet kunnen objectiveren wat daaromtrent tussen partijen overeen was gekomen qua eigendomsgrens. Wij hebben daarom niet kunnen vaststellen of er sprake is van een gebrek in de vorm van onjuiste aansluitingen.”Onder het kopje ‘conclusie’ staat vervolgens (pagina 11 van het expertiserapport):
“Voorts hebben wij middels camera inspectie van de horizontale riolering vastgesteld dat de rioleringen van [appellante] en [geïntimeerde 1] met elkaar zijn verbonden. De aansluiting bevindt zich onder het einde van het gangpad tussen de woningen van [appellante] en [geïntimeerde 1] ”
€ 3.642,--(3 punten x € 1.214,--, tarief II)