ECLI:NL:GHSHE:2024:664

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
200.335.389_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de afwijzing van het verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de toelating van [appellante] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof heeft eerder op 25 januari 2024 een tussenarrest gewezen, waarin [appellante] werd verzocht om een verklaring van een professionele psychische hulpverlener in te dienen. Deze verklaring diende inzicht te geven in de actuele aard en ernst van de psychische klachten van [appellante], de behandelingen die zij ontvangt en de prognose voor de toekomst. Op verzoek van [appellante] werd de termijn voor het indienen van deze verklaring verlengd tot 15 februari 2024.

Tijdens de procedure heeft [appellante] aangetoond dat zij zich proactief heeft opgesteld en dat zij in staat is om de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling na te komen. Het hof heeft een verklaring ontvangen van een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, waaruit blijkt dat [appellante] een stabiel toestandsbeeld heeft en dat haar behandeling op 1 februari 2024 is afgerond. Het hof concludeert dat [appellante] in staat is om de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling na te komen en dat zij zich zal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.

Op basis van deze bevindingen heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en het verzoek van [appellante] tot toelating tot de schuldsaneringsregeling toegewezen. Het hof heeft tevens bepaald dat de griffier van het hof onverwijld de griffier van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, op de hoogte stelt van deze uitspraak voor de benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
Uitspraak : 29 februari 2024
Zaaknummer : 200.335.389/01
Zaaknummer eerste aanleg : C/03/323111 / FT RK 23/415
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: [appellante] ,
advocaat: Mr. Q.J. van Riet te Venlo.
als vervolg op het door dit hof op 25 januari 2024 gewezen tussenarrest.

5.Het tussenarrest van 25 januari 2024

Bij dit arrest heeft het hof [appellante] in de gelegenheid gesteld om, uiterlijk op de in het dictum van dit arrest vermelde pro-forma datum (8 februari 2024), een verklaring/rapportage van een professionele psychische hulpverlener in het geding te brengen waaruit ten minste blijkt wat de actuele aard en ernst van de psychische klachten van [appellante] is, welke behandeling(en) en/of begeleiding [appellante] daarvoor op dit moment ontvangt en welke prognose er met betrekking tot de nabije toekomst gesteld kan worden. Op verzoek van [appellante] (indieningsformulier d.d. 8 februari 2024) heeft het hof haar hiervoor een nader uitstel van één week, derhalve tot 15 februari 2024, verleend.

6.Het verdere verloop van de procedure

Bij inlichtingenformulier d.d. 15 februari 2024 heeft het hof een brief met bijlagen (genummerd 0 t/m 10) van de advocaat van [appellante] ontvangen. Daarbij heeft [appellante] aangevoerd dat uit deze bijlagen kan worden herleid dat:
- sommige psychiaters en psychologen een verklaring zoals door het hof verzocht niet onverkort willen afgeven om diverse redenen;
- [appellante] zich zodanig betrokken en proactief heeft opgesteld en blijft opstellen dat daaruit kan worden geconcludeerd dat zij de zware verplichtingen tijdens en zware last van een schuldsaneringsregeling wel degelijk kan nakomen.

7.De beoordeling

7.1.
In de door [appellante] bij bijlage 1 overgelegde (gezamenlijke) verklaring van de aan [instantie] verbonden psychiater [psychiater] en sociaal psychiatrisch verpleegkundige [sociaal psychiatrisch verpleegkundige] leest het hof onder andere het navolgende:
“Cliente is enige tijd geleden gestart met de GIT-PD behandeling. En heeft deze behandeling inmiddels doorlopen en afgerond.
(…)
Er is momenteel sprake van een stabiel toestandsbeeld. Cliente geeft aan veel te hebben gehad aan de module emotieregulatie vaardigheden. Dit maakt dat er meer controle is over haar emoties.
(…)
Er was sprake (hof: van
) een stoornis in het gebruik van middelen. Momenteel is dit in remissie.”
Daarnaast leest het hof in deze verklaring dat de behandeling van [appellante] bij [instantie] op 1 februari 2024 is afgerond.
7.2.
Het hof is op basis van in het bijzonder deze verklaring, in onderlinge samenhang met de overige door [appellante] overgelegde correspondentie bezien, van oordeel dat er ten aanzien van de psychosociale problematiek van [appellante] thans een beeld is ontstaan van een stabiele en beheersbare situatie. Dit beeld wordt versterkt door hetgeen [appellante] na de mondelinge behandeling ook aantoonbaar zelf heeft ondernomen om de door het hof verlangde verklaring(en) te verkrijgen alsmede de algehele (mentale) indruk welke zij in het bijzonder bij gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft gemaakt.
7.3.
Op grond van het vorengaande acht het hof het thans voldoende aannemelijk geworden dat [appellante] de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal kunnen nakomen en zich zal kunnen inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
7.4.
Het vonnis waarvan beroep zal derhalve worden vernietigd en het verzoek van [appellante] tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal alsnog worden toegewezen. Nu de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor het eerst in hoger beroep wordt uitgesproken, zal het hof toepassing geven aan het bepaalde in artikel 292 lid 9 Fw.

8.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
en opnieuw rechtdoende:
verklaart de schuldsaneringsregeling van toepassing ten aanzien van:
[appellante] , wonende te
[postcode] [woonplaats] , aan de
[adres] ;
bepaalt dat de griffier van dit hof onverwijld aan de griffier van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, kennisgeeft van deze uitspraak in verband met de benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.R.M. de Moor, M. van der Schoor en M.W.M. Souren en in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2024.