In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 februari 2024 een arrest gewezen in het hoger beroep van een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De zaak betreft een geschil tussen appellanten, vertegenwoordigd door mr. C.G.A. Mattheussens, en geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. R. Zwamborn, over gebreken in een bouwconstructie. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 7 september 2021 en 18 april 2023, waarin werd geoordeeld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk was. In het arrest van 20 februari 2024 heeft het hof de door geïntimeerden voorgestelde vragen voor het deskundigenonderzoek niet overgenomen, omdat deze niet langer relevant waren voor de beoordeling van het geschil. Het hof heeft geoordeeld dat de gebreken die in het proces-verbaal van oplevering zijn genoemd, niet zijn hersteld en dat de aansprakelijkheid voor de kosten van herstel bij de geïntimeerden ligt. De deskundige, de heer L.A.H. Abelen, is benoemd om de gebreken te onderzoeken en de kosten van herstel te begroten. Het hof heeft ook bepaald dat het voorschot voor de kosten van de deskundige door de appellanten moet worden betaald. De zaak is verwezen naar de rol van 2 juli 2024 in afwachting van het deskundigenbericht.