Op 19 november 2024 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek werd ingediend op 30 oktober 2024, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet kon worden behandeld omdat het volledig ontbrak aan motivering. Volgens de artikelen 512 en 513 van het Wetboek van Strafvordering dient een wrakingsverzoek gemotiveerd te zijn, maar het ingediende verzoek bevatte enkel een korte mededeling zonder enige onderbouwing van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel zouden kunnen trekken.
De wrakingskamer stelde vast dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, en besloot het verzoek buiten behandeling te stellen. Bovendien werd bepaald dat een volgend verzoek om wraking van de verzoeker, ongeacht de inhoud, niet in behandeling zou worden genomen. Dit besluit werd genomen in het licht van eerdere wrakingsverzoeken van de verzoeker die ook niet aan de vereisten voldeden. De wrakingskamer concludeerde dat er sprake was van misbruik van het wrakingsmiddel, wat leidde tot de beslissing om het proces in de hoofdzaak voort te zetten zonder verdere vertraging.
De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en leden, en werd op dezelfde dag aan de betrokken partijen meegedeeld. De verzoeker, die niet in persoon was verschenen, had eerder ook al een wrakingsverzoek ingediend dat om dezelfde redenen was afgewezen. De wrakingskamer benadrukte dat het ontbreken van concrete feiten of omstandigheden in het verzoek een belangrijke reden was voor de afwijzing.