Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerden] ,wonende te [woonplaats] , gemeente Land van Cuijk,
[geïntimeerden] ,wonende te [woonplaats] , gemeente Land van Cuijk,
5.Het geding in hoger beroep
- het arrest van 21 november 2023 in het incident en de daarin genoemde stukken (waarbij het hof aantekent dat de daarin genoemde memorie van grieven ook een eiswijziging bevat);
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met eiswijziging en producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- de mondelinge behandeling, waarbij beide partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd;
- de bij H-formulier van 29 juli 2024 toegezonden producties, die [appellant] bij de mondelinge behandeling in het geding heeft gebracht;
- de bij H-formulier van 31 juli 2024 toegezonden producties, die [geïntimeerde] bij de mondelinge behandeling in het geding heeft gebracht.
6.De beoordeling
- veroordeling van [appellant] om de tussen partijen gesloten koopovereenkomst met betrekking tot [landgoed X] alsnog na te komen, door tegen betaling van de koopprijs van € 3.000.000,-- mee te werken aan levering van [landgoed X] , op straffe van een dwangsom;
- veroordeling van [appellant] om aan [geïntimeerde] te betalen:
€ 50.000,--) restant van de vertragingsboete of ontbindingsboete in het geval [geïntimeerde] alsnog tot ontbinding van de koopovereenkomst overgaat,
onder aftrek van wat [appellant] eventueel aanvullend al uit hoofde van de vertragingsboete zou hebben voldaan,
te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand of gedeelte van een maand vanaf 15 november 2021, en
te verminderen met het bedrag dat door [appellant] eventueel al is betaald uit hoofde van de door [geïntimeerde] gevorderde voorlopige voorziening;
- een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst onder invloed van dwaling aan de zijde van [appellant] tot stand is gekomen, en aan [appellant] op grond daarvan een beroep toekomt op vernietiging van de koopovereenkomst;
- vernietiging van de koopovereenkomst;
- matiging van de eventueel door [appellant] verschuldigde boete tot nihil, althans tot het al betaalde bedrag van € 50.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag; en
- [geïntimeerde] hoofdelijk te veroordelen om al hetgeen [appellant] te veel aan [geïntimeerde] heeft voldaan aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
€ 3.000.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2021, mee te werken aan levering van [landgoed X] , op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag, met een maximum van € 100.000,--;
- voor recht is verklaard dat [appellant] aansprakelijk is voor de schade die [geïntimeerde] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de tekortkomingen van [appellant] , en dat [appellant] gehouden is de betreffende schade aan [geïntimeerde] te vergoeden voor zover deze het bedrag van de toegewezen boete te boven gaat;
- [appellant] is veroordeeld om aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van
primairverhoging van de dwangsom per de datum van het arrest tot €10.000,-- per dag, met een maximum van € 4.000.000,--, en
- de overeengekomen 1% rente (in het petitum staat wettelijke rente, maar uit memorie van antwoord nr. 4.5.3. en de daarin genoemde berekening in productie 21, leidt het hof af dat dit een verschrijving is) over een bedrag van € 250.000,00 over de periode van 15 november 2021 t/m 17 oktober 2022, derhalve een bedrag van € 29.187,01, en
- de overeengekomen 1% rente (zie hierboven over de verschrijving) over een bedrag van € 150.000,00 over de periode vanaf 18 oktober 2022, welk rentebedrag per 1 november 2023 € 19.841,61 bedraagt;
- het aan [appellant] toekomende deel van de opbrengst van voortvarende verkoop van alle vermogensbestanddelen die tot de nalatenschap van wijlen de moeder van [appellant] behoren, in combinatie met
- al het overige vermogen van [appellant] , en
- alle overige inkomsten van [appellant] ,
4.De uitspraak
- het aan [appellant] toekomende deel van de opbrengst van voortvarende verkoop van alle vermogensbestanddelen die tot de nalatenschap van wijlen de moeder van [appellant] behoren, in combinatie met
- al het overige vermogen van [appellant] , en
- alle overige inkomsten van [appellant] ,