ECLI:NL:GHSHE:2024:3473

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
200.332.278_01 (H)
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verbetering van arrest ex artikel 31 Rv

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 november 2024 uitspraak gedaan op een verzoek tot verbetering van een eerder arrest, gewezen op 27 augustus 2024. Het verzoek was ingediend door [persoon B], vertegenwoordigd door mr. R.R.F.J. Palmen, die stelde dat er evidente cijfermatige vergissingen in het eerdere arrest waren gemaakt. Het hof had in dat arrest geoordeeld dat er een aantal kosten in mindering moesten worden gebracht op een totaalbedrag van € 29.750,00 aan dubieuze overboekingen door [persoon A]. Volgens [persoon B] waren echter een groot deel van deze kosten al door [persoon C] aan [persoon A] betaald, waardoor deze niet in mindering gebracht hadden mogen worden.

Mr. C.J.M. Dreessen, de advocaat van [persoon A], heeft gereageerd op het verzoek van [persoon B] en betoogd dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel in aanmerking kwam. Het hof heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat op basis van artikel 31 Rv een uitspraak kan worden verbeterd als er sprake is van een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout. Het hof concludeerde dat het bezwaar van [persoon B] niet kon worden aangemerkt als een kennelijke fout, en dat een onjuist oordeel slechts kan worden aangevochten door middel van een rechtsmiddel.

Daarom heeft het hof het verzoek tot verbetering van het arrest van 27 augustus 2024 afgewezen. De uitspraak is gedaan door de rechters R.R.M. de Moor, A.P. Zweers-van Vollenhoven en T. van der Valk, en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 november 2024.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.332.278/01
arrest van 5 november 2024 op het verzoek tot verbetering in de zin van artikel 31 Rv van het arrest, gewezen op 27 augustus 2024
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest tussen
[persoon A],
wonende te [woonplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [persoon A] ,
advocaat: mr. C.J.M. Dreessen te Sittard,
tegen
[persoon B] ,h.o.d.n
Samen1,in haar hoedanigheid van bewindvoerster en mentor van
[persoon C] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
hierna aan te duiden als [persoon B],
advocaat: mr. R.R.F.J. Palmen te Brunssum.

1.Overwegingen

1.1.
Bij brief van 12 september 2024 heeft mr. Palmen namens [persoon B]. aan de griffier van het hof bericht dat naar haar mening in het tussen partijen gewezen arrest van 27 augustus 2024 sprake is van evidente cijfermatige vergissingen/misslagen. Zij heeft op de voet van artikel 31 Rv verzocht om deze misslagen te herstellen. Zij heeft in dat verband, zeer kort samengevat, het volgende aangevoerd. Het hof heeft in r.o. 8.29 van voornoemd arrest geoordeeld dat op het totaal bedrag van € 29.750,00 aan dubieuze overboekingen door [persoon A] een aantal aan Marilla toe te rekenen kosten in mindering moeten worden gebracht. Het hof heeft daarbij niet onderkend dat een groot deel van deze door het hof verrekende posten al door [persoon C] aan [persoon A] afzonderlijk waren betaald en dus geen onderdeel uitmaken van het bedrag van € 29.750,00, aldus [persoon B].
1.2.
Mr. Dreessen is in de gelegenheid gesteld om namens [persoon A] op dit verzoek te reageren. Bij brief van 23 oktober 2024 heeft mr. Dreessen het hof bericht dat het verzoek van [persoon B] naar de mening van [persoon A] moet worden afgewezen, omdat geen sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.
1.3.
Het hof overweegt als volgt. Uit artikel 31 Rv volgt dat een uitspraak kan worden verbeterd als sprake is van een kennelijke rekenfout, een kennelijke schrijffout of een andere kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel. Bij de beoordeling of de uitspraak een kennelijke fout bevat, is het criterium of voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is. Het door mr. Palmen geuite bezwaar is echter niet aan te merken als een kennelijke fout in voornoemde zin. Dat het hierboven bedoelde oordeel van het hof in de ogen van Hoenjet q.q. onjuist is, maakt dat niet anders. Een volgens (een van) partijen onjuist oordeel kan slechts worden aangevochten door middel van het instellen van een rechtsmiddel. Het hof zal daarom het verzoek tot verbetering van het arrest van 27 augustus 2024 afwijzen.

2.De beslissing

Het hof:
wijst de door [persoon B] verzochte verbetering van het arrest van 27 augustus 2024 af.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.R.M. de Moor, A.P. Zweers-van Vollenhoven en T. van der Valk en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 november 2024.
griffier rolraadsheer