3.5.[gedaagde] vordert bij vonnis, na vermeerdering van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,:
[bewindvoerster] te veroordelen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, aan [gedaagde] te betalen, een bedrag van € 25.153,40 exclusief wettelijke rente, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan niet in rekening gebrachte huurpenningen;
[bewindvoerster] te veroordelen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, aan [gedaagde] te betalen, een bedrag van € 6.391,26, exclusief wettelijke rente, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan niet in rekening gebrachte vergoedingen voor het optreden als curator van [eiseres] ;
[bewindvoerster] te veroordelen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, aan [gedaagde] te betalen, een bedrag van € 864,48, exclusief wettelijke rente, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, ter compensatie voor de gereden kilometers nadat [gedaagde] als curator van [eiseres] is ontslagen;
[bewindvoerster] te veroordelen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, aan [gedaagde] te betalen, een bedrag van € 944,11, exclusief wettelijke rente, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag aan overige schadeposten;
[bewindvoerster] te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, op voornoemde gronden, in de kosten van deze procedure in reconventie, onder de bepaling dat [bewindvoerster] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis zijn betaald, alsmede [bewindvoerster] te veroordelen in de nakosten van deze procedure.