Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 juli 2022 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen;
- de memorie van grieven inhoudende eiswijziging met producties;
- de memorie van antwoord tevens antwoord op eiswijziging en productie;
- de mondelinge behandeling na antwoord, waarbij partijen spreeknotities hebben overgelegd.
6.De beoordeling
er preventiemaatregelen genomen zijn die voldoen aan de eisen van het CCV, volgens risicoklasse 2”. Daaruit blijkt verder dat nadere dekkingsvoorwaarden zijn gesteld, waaronder de jaarlijkse controle van de beveiligingsmaatregelen door een daartoe gecertificeerd bedrijf alsook de eis dat de installatie
“volledig functioneert en daadwerkelijk is ingeschakeld” tijdens de inbraak. Ook is in het Clausuleblad uitdrukkelijk vervat in welke gevallen de verzekerde contact dient op te nemen met de verzekeraar en welke maatregelen de verzekerde zelf dient te treffen als de alarminstallatie defect is. De door de verzekeraar gestelde eisen waren Kamer8cht dan ook genoegzaam bekend, dan wel hadden haar bekend moeten zijn. In de begeleidende brief bij de verzending van het Polisblad en Clausuleblad van 14 augustus 2017 is Kamer8cht immers uitdrukkelijk verzocht de informatie op juistheid te controleren. Zulks blijkt uit de bewoordingen
“Hierbij zenden wij u de polissen in verband met de adreswijziging/wijziging verzekerd bedrag. Wij verzoeken u vriendelijk de polissen door te nemen en ons bij eventuele onjuistheden te contacteren. (...)”Voor zover Kamer8cht deze dekkingsvoorwaarden en beveiligingseisen niet heeft gelezen of doorgenomen, is dit dan ook geen omstandigheid die zij [geïntimeerde] kan tegenwerpen. Reeds op basis van voornoemde dekkingsvoorwaarden en beveiligingseisen had Kamer8cht er dan ook op moeten toezien dat de beveiliging van het pand waarin haar bedrijf was gevestigd voldeed aan de daaraan gestelde eisen.
“dat een beveiliger er op zet”en dat op het gedeelte waar Kamer8cht gehuisvest was
“geen apart alarm”zit, met welke beveiligingssituatie Confident akkoord is gegaan. Uit 2017 zijn weliswaar geen e-mailberichten van Kamer8cht gericht aan [geïntimeerde] waaruit zulks blijkt, maar met een verwijzing naar de door haar in het geding gebrachte e-mailberichtcorrespondentie uit 2019 (hiervoor geciteerd in rov 6.1.1. onder f.) heeft [geïntimeerde] onderbouwd dat Kamer8cht bij aanvang van de huur in 2017 bij de verhuurder informatie omtrent de beveiligingssituatie van het bedrijfsverzamelgebouw heeft opgevraagd, welke informatie met [geïntimeerde] en Confident is gedeeld. Dat in 2019 in het kader van de verhoging van het te verzekeren bedrag (“
indexering”) tussen partijen de beveiliging van het bedrijfsverzamelgebouw en de door Kamer8cht gehuurde unit aan de orde is geweest, heeft [geïntimeerde] eveneens onderbouwd aan de hand van het Bezoekverslag en met het e-mailbericht van 2 augustus 2019 van Kamer8cht zelf (aan [geïntimeerde] ) (hiervoor geciteerd in rov 6.1.1. onder f.) waarin Kamer8cht expliciet zulks bevestigt. [geïntimeerde] heeft met een verwijzing naar haar interne dossier, (interne) gespreksverslagen, e-mailberichten van en aan Confident, e-mailberichten van en aan Kamer8cht, het Bezoekverslag d.d. 29 januari 2019, e-mailberichten tussen Kamer8cht en de verhuurder [de verhuurder] , de brief d.d. 14 augustus 2017 met de polisstukken en aan de hand van schriftelijke verklaringen, naar het oordeel van het hof dan ook voldoende gemotiveerd betwist dat in 2017 en 2019 de beveiligingseisen niet met Kamer8cht zouden zijn besproken. Tegenover deze gemotiveerde betwisting van [geïntimeerde] heeft Kamer8cht haar stellingen niet voldoende concreet nader onderbouwd hetgeen wel op haar weg had gelegen, zodat niet is komen vast te staan dat [geïntimeerde] Kamer8cht niet tijdig of op juiste wijze heeft geïnformeerd omtrent de door de verzekeraar gestelde beveiligingseisen.