Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in principaal en incidenteel hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Joosten en mr. Hermans;
- de moeder, bijgestaan door mr. Avontuur;
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
3.De beoordeling
voorlopigezorgregeling (BOR3) tussen de vader en [minderjarige] vastgesteld en iedere verdere beslissing aangehouden.
Hoge Raad 27 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5045 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2009:BG5045)waarin is bepaald dat elke afwijzing van een verzoek tot contact met een minderjarige tijdelijk van aard is, in die zin dat de ouder wiens verzoek is afgewezen zich in geval van wijziging van omstandigheden en in ieder geval – dus ongeacht of de omstandigheden zijn gewijzigd – na verloop van een jaar opnieuw tot de rechter kan wenden teneinde een omgangsregeling te doen vaststellen. Anders dan de moeder meent, is het niet nodig dat de vader hiervoor eerst dient aan te tonen dat er sprake is van wijziging van omstandigheden. Ook ziet het hof gelet op voornoemde uitspraak van de Hoge Raad geen ruimte om te bepalen dat de termijn van één jaar pas ingaat vanaf de datum van het in kracht van gewijsde gaan van deze beschikking, nu het hof de bestreden beslissing van de rechtbank bekrachtigt.