3.1.Geen grief is gericht tegen de vaststelling door de rechtbank in het bestreden tussenvonnis van de feiten waarvan zij bij de beoordeling is uitgegaan. Het hof zal de door de rechtbank vastgestelde feiten eveneens tot uitgangspunt nemen, zij het met een paar aanpassingen. Het gaat om de volgende feiten.
a. CKZ is een coöperatie waarbij een groot aantal zorgverleners die kleinschalige zorg aanbieden, zijn aangesloten.
b. [X V.O.F.] en [X Network V.O.F.] zijn zorgverleners. Beide vennootschappen onder firma (hierna: vof) hebben dezelfde vennoten: [persoon A] en [persoon B] . [X Network V.O.F.] was aanvankelijk een eenmanszaak van [persoon A] , maar is vervolgens omgezet in een vof. Daarna is [X V.O.F.] opgericht.
c. Met ingang van 1 december 2015 is [X Network V.O.F.] , toen nog een eenmanszaak, lid geworden van CKZ. In de lidmaatschapsovereenkomst is onder meer bepaald dat de werkzaamheden als ook de rechten en plichten van de coöperatie en het coöperatielid zijn geregeld in de statuten en het huishoudelijk reglement van de coöperatie, en dat een kwaliteitsmanagementsysteem wordt gehanteerd waar het coöperatielid naar dient te handelen.
d. Bij brief van 2 april 2020 gericht aan [X V.O.F.] heeft CKZ medegedeeld op grond van artikel 6 lid 5 van de statuten het lidmaatschap van [X V.O.F.] gedurende een onderzoek en voor maximaal drie maanden te schorsen. [X V.O.F.] heeft beroep ingesteld tegen dit besluit tot schorsing.
e. De door de Algemene Ledenvergadering van CKZ ingestelde commissie heeft, na op 18 mei 2020 [persoon A] namens [X Network V.O.F.] / [X V.O.F.] te hebben gehoord, op 22 mei 2020 aan de Algemene Ledenvergadering geadviseerd het besluit tot schorsing over te nemen. Dat advies en het besluit tot schorsing is door de Algemene Ledenvergadering overgenomen.
f. Bij besluit van 1 juli 2020 heeft het bestuur van CKZ [X Network V.O.F.] ontzet als lid van de coöperatie. Aan dit besluit liggen de bevindingen van een tweetal onderzoeken ten grondslag: een financieel onderzoek verricht door [X accountant B.V.] en een inhoudelijk onderzoek uitgevoerd door een interne commissie van CKZ. De rapportage van [X accountant B.V.] is aan beide partijen verstrekt. Het onderzoeksrapport van de interne commissie is niet aan [X Network V.O.F.] verstrekt, maar deels geciteerd in de brief van 1 juli 2020 van CKZ aan [X Network V.O.F.] .
g. Bij brief van 10 augustus 2020 is beroep aangetekend tegen het besluit tot ontzetting. Deze brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…).
Van het eerste onderzoek heeft cliënte de rapportage ontvangen, van het tweede onderzoek niet. Op dit laatste onderzoek kan hieronder dan ook in beperkte mate ingegaan worden. Het beroep zal desnodig worden aangevuld na ontvangst van de stukken.
(…).
Cliënte zal dit beroepschrift nader aanvullen na kennisname van het onderzoeksrapport van de interne commissie met de daarbij onderliggende stukken te weten de volledige weergave van de genoemde interviews. Graag zie ik deze stukken zo spoedig mogelijk tegemoet. (…).”
h. Bij brief van 1 oktober 2020 heeft de interne commissie [persoon C] geïnformeerd over het verdere vervolg van de procedure. Deze brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
“In uw beroepschrift geeft u aan het beroepschrift en bijbehorende stukken in te willen zien. U kunt de onderzoeksrapportage en de bijbehorende stukken op dinsdag 6 oktober 2020, tussen 13 en 16 uur, of woensdag 7 oktober 2020, tussen 9 en 12 uur, inzien op het kantoor van CKZ in [vestigingsplaats] . (…).”
i. Op 6 oktober 2020 hebben [persoon A] en [persoon C] op het kantoor van CKZ onder toezicht van de voorzitter van het bestuur van CKZ inzage gehad in de stukken.
j. Bij brief van 20 oktober 2020 heeft de commissie [persoon A] , voor zover van belang, het volgende bericht:
“Wij hebben uw vraag van 6 oktober j.l. om voor de tweede keer inzage te krijgen in de documenten m.b.t. de ontzetting van [X Network V.O.F.] voorgelegd aan de advocaat van het CKZ.
De commissie heeft na overleg het volgende besloten:
U en uw advocaat hebben besloten om voortijdig te vertrekken op 6 oktober waardoor de commissie van mening is dat u voldoende tijd en mogelijkheid heeft gehad om de stukken in te zien. (…).”
k. Op 5 november 2020 is een aanvullend beroepschrift ingediend. Daarin wordt onder meer opgemerkt dat slechts beperkt mogelijkheid is geboden tot inzage in het onderzoeksrapport van de interne commissie met de daarbij behorende onderliggende stukken.
l. Het bestuur van CKZ heeft bij brief van 30 november 2020 gereageerd op het aanvullend beroepschrift.
m. De commissie heeft de Algemene Ledenvergadering op 2 december 2020 geadviseerd het besluit van het bestuur van 1 juli 2020 over te nemen.
n. Bij besluit van 17 december 2020 heeft de Algemene Ledenvergadering van CKZ het ingestelde beroep tegen de ontzetting ongegrond verklaard en het bestuursbesluit tot ontzetting van [X Network V.O.F.] uit het lidmaatschap bekrachtigd.
o. Bij besluit van 13 oktober 2022 heeft de Algemene Ledenvergadering van CKZ een herstelbesluit genomen tot bekrachtiging van de ontzetting.
De procedure bij de rechtbank