Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak 10746574\CV EXPL 23-6134)
2.Het geding in hoger beroep
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] , met productie 1;
- de mondelinge behandeling, waar:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL tegen een kortgedingvonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Het hoger beroep is ingeleid op 28 december 2023 en betreft een geschil over de huur van een zelfstandige woonruimte. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een regeling getroffen, waarbij Woonbedrijf haar vordering heeft gewijzigd. De gewijzigde vordering houdt in dat Woonbedrijf verzoekt om de ontruiming van de huurwoning door de geïntimeerde, onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn onder andere dat de geïntimeerde zijn huurpenningen niet tijdig betaalt of herstelwerkzaamheden niet uitvoert. Het hof heeft de gewijzigde eis toegewezen en het eerdere vonnis vernietigd. De uitspraak bepaalt dat de geïntimeerde binnen veertien dagen na betekening van het arrest de woning moet ontruimen, tenzij aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Tevens is bepaald dat elke partij de eigen proceskosten draagt.