Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 10194097 CV EXPL 22-4849)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties.
3.De beoordeling
“
Pensioen
De regeling voor gerechtsdeurwaarders liep via ASR en de regeling voor boekhoudkundig medewerkers via Reaal (later Zwitserleven). Na vragen daarover van [appellant] heeft met assurantietussenpersoon [X financiële diensten V.O.F.] (hierna: [X financiële diensten V.O.F.] ) een e-mailwisseling plaatsgevonden.
“Met dank voor uw offerte kan ik u mededelen dat ik vooralsnog gebruik zal maken van de vrijwillige voortzetting van mijn bestaande pensioenregeling. Ik dank u voor de genomen moeite.”Het hof is van oordeel dat [geïntimeerde] dit terecht heeft opgevat als een verwerping van het aanbod. Daardoor is het aanbod vervallen (artikel 6:221 lid 2 BW).
“Gelieve het formulier in te vullen en aan mij te retourneren”. [appellant] heeft dat wederom niet gedaan. Volgens [appellant] moet daaruit worden afgeleid dat hij dus wél wilde deelnemen aan de pensioenregeling. Gelet op de eerdere mededelingen van [appellant] en het feit dat [geïntimeerde] niet zomaar pensioenpremie kon gaan inhouden op het loon van [appellant] , is het hof van oordeel dat [geïntimeerde] uit het uitblijven van een reactie van [appellant] , niet hoefde te begrijpen dat hij wel wilde deelnemen aan de pensioenregeling. In ieder geval is [geïntimeerde] daar niet vanuit gegaan, want zij is geen premie gaan inhouden en zij heeft meermaals haar verzoek herhaald. Op 31 maart 2017, 7 april 2017 en 14 april 2017 heeft zij gemaild:
“Denken jullie aan het formulier”, op 3 mei 2017:
“Hebben jullie hieraan nog gedacht?”, op 19 mei 2017:
“Ik heb nog steeds jullie formulieren niet retour ontvangen. Bij deze alsnog het verzoek dit te doen. Ook als jullie het formulier NIET willen invullen, laat me dat dan ook weten.”en op 9 juni 2017:
“Nogmaals de vraag of jullie willen reageren op onderstaande mail. Ook als jullie niet willen invullen, laat het dan ook even weten.”.Hieruit volgt dat [geïntimeerde] het uitblijven van een reactie van [appellant] niet heeft opgevat als een aanvaarding en gelet op de herhaalde verzoeken had dat [appellant] duidelijk kunnen en moeten zijn. Met andere woorden, als [appellant] toen wél had willen deelnemen aan de pensioenregeling, dan valt niet in te zien waarom hij toen niet heeft gereageerd. In ieder geval was hem duidelijk, of moet hem duidelijk zijn geweest, dat hij niet als deelnemer was aangemeld (er werd ook al die jaren, sinds het begin van zijn arbeidsovereenkomst per 1 juli 2005 geen premie ingehouden op zijn loon).
“Bijgaand het formulier “afstandsverklaring pensioenen”. Gelieve het formulier in te vullen en aan mij te retourneren.”.Kennelijk heeft [appellant] toen wel gereageerd, omdat [geïntimeerde] op 16 januari 2018 contact heeft opgenomen met [X financiële diensten V.O.F.] met het verzoek [appellant] van informatie te voorzien. In de mail van die datum staat:
“Hij wil kijken of dit voor hem interessant is omalsnoghieraan deel te nemen”[onderstreping hof]. Op 29 januari 2018 hebben [geïntimeerde] en [X financiële diensten V.O.F.] nadere informatie uitgewisseld per e-mail. Op 23 maart 2018 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] gemaild met de vraag wat hij wilde naar aanleiding van de informatie van [X financiële diensten V.O.F.] , waarop [appellant] op 26 maart 2018 heeft laten weten dat hij niet kon achterhalen waarom hij de verklaring moest tekenen en dat hem niet duidelijk was wat het pensioenaanbod voor hem inhield.
‘met het doel zijn schade te kunnen bepalen’. [appellant] heeft in dit opzicht zijn eis vermeerderd ten opzichte van zijn eis in eerste aanleg en afgifte gevorderd. Het doel van deze vordering, het bepalen van de schade, is niet aan orde, aangezien het hof de grondslagen om te komen tot een schadevergoeding, heeft verworpen. [appellant] heeft dus geen belang bij deze vordering. Het hof zal de vordering afwijzen.
- griffierechten € 783,-
- salaris advocaat € 1.214,- (1 punt x tarief II)
- nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)