Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 10005871 \ CV EXPL 22-3440)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met productie 13;
- het H7-formulier van de advocaat van de man d.d. 6 mei 2024;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 17 juli 2024.
3.De beoordeling
(i) gedaagde te bevelen de eigendommen van eiser, zoals hiervoor onder 6, 12 en 13 beschreven, over te dragen aan [persoon A] en indien gedaagde niet meer over alle zaken beschikt, gedaagde te veroordelen tot een geldbedrag gelijk aan de waarde van deze zaken danwel een bedrag u in goede justitie rechtvaardig acht;
“te bepalen dat de hond [de hond] en de goederen conform de inhoud van de conclusie, voor zover dit nodig mocht zijn, aan haar worden toebedeeld, dan wel een verdeling te bepalen zoals U.E.A. kantonrechter in goede justitie juist acht.”
- in conventie de bewindvoerder veroordeeld om de enveloppen van formaat A4 en A6 over te dragen aan [persoon A] ,
- in reconventie de vordering afgewezen en
- in conventie en reconventie:
kantonrechterheeft overwogen:
manaan dat de kantonrechter ten onrechte stelt dat hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht, waardoor de kantonrechter niet kan vaststellen dat de man eigenaar is van de hond en daarmee een revindicatievordering heeft. Ter toelichting op de grief voert hij het volgende aan.
vrouwhet volgende aan. Zij betoogt primair dat zij eigenaar is van de hond en subsidiair dat partijen gezamenlijk eigenaar zijn. Zij wijst daartoe op het volgende.
hofoverweegt als volgt.
kantonrechterheeft overwogen:
manaan dat de kantonrechter ten onrechte stelt dat voor i) de persoonlijke bezittingen van de man niet is komen vast te staan dat de man eigenaar is van deze goederen, ii) de vrouw kennelijk niet de enige was die toegang had tot het appartement en iii) voor de verzameling voetbalshirts niet is komen vast te staan dat deze verzameling daadwerkelijk bestaat.
vrouwhet volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
- de toebehoren bij de hond, zoals voerbak, hondenriem en mand;
- kleding, knuffels, speelgoed e.d. van de zoon van de man, olifant en beer
- knuffels van 1 meter groot,
- Playstation 4-spellen, waaronder Fifa;
- 2 autoradio's;
- draadloze zwarte oordopjes;
- verschillende herengeuren, waaronder van One Million, Hugo Boss en Rituals:
- Coca-cola frisdrankautomaat:
- kledinghangers:
- postzegels;
- enveloppen in A4- en A6-formaat;
- gesigneerde keepershandschoenen ter waarde van € 100,--;
- diverse herenzonnebrillen;
- twee tickets voor [naam artiest] in Oostende ter waarde van € 120,--;
- diverse merkkleding ter waarde van € 1.000,--;
- een korte broek van het merk Andre Hazes.
kantonrechterheeft overwogen:
- 2 frituurpannen;
- airfryer;
- wasdroger;
- koelkast;
- magnetron;
- Eierkoker;
- broodrooster;
- pannenset in de kleuren goud en zwart;
- kledingkast;
- tv-meubel;
- printer/scanner met toebehoren;
- € 250,00 opbrengst van de verkoop van de snoepautomaat.
manaan dat de kantonrechter ten onrechte oordeelt dat de twee frituurpannen, de magnetron, de kledingkast, het tv-meubel, de printer/scanner met toebehoren, de pannenset en de eierkoker in het appartement zijn achtergebleven en de man niet heeft aangetoond dat die goederen in het bezit van de vrouw zijn. Met grief 4 voert de man aan dat de kantonrechter ten onrechte oordeelt dat de man ten aanzien van de overige goederen uit de inboedel niet voldoende heeft gespecificeerd. Ter toelichting op de grieven voert de man het volgende aan.
vrouwhet volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
kantonrechterheeft overwogen:
manaan dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de goederen waarvan de man verdeling vraagt, tot de gemeenschap behoren en partijen hiervan gezamenlijk eigenaar zijn. Ter toelichting voert hij het volgende aan.
vrouwhet volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
hofdaaraan voorbijgaat.
manvordert de vrouw te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties. De man heeft deze vordering niet onderbouwd.
vrouwis van mening dat de proceskosten moeten worden gecompenseerd omdat partijen een affectieve relatie hebben gehad.
hofzal de proceskosten compenseren, nu partijen een affectieve relatie hebben gehad. Het hof ziet geen aanleiding om van het uitgangspunt dat in een dergelijk geval de proceskosten plegen te worden gecompenseerd af te wijken. Het bestreden vonnis zal voor wat betreft de proceskosten in eerste aanleg worden bekrachtigd.
4.De uitspraak
binnen een week nadat de vrouw mededeling heeft gedaanvan die tijd en plaats van afgifte.