4.3Blijkens de akte van huwelijkse voorwaarden van 20 december 2002 zijn partijen, voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:
Algehele uitsluiting
Artikel 1
De echtgenoten zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen gehuwd.
Aansprakelijkheid voor schulden
Artikel 2
Ieder van de echtgenoten is uitsluitend aansprakelijk voor de schulden die door hem zijn aangegaan, voor zover de wet daarop geen uitzondering maakt.
Bewijs- en vaststellingsregels inzake roerende zaken en rechten aan toonder
Artikel 3
1. Rechten aan toonder en zaken, die geen registergoederen zijn en deel uitmaken van het bedrijfs- of beroepsvermogen van een echtgenoot, behoren toe aan die echtgenoot, ongeacht van wiens zijde deze goederen zijn opgekomen, doch onverminderd het in artikel 4 bepaalde.
2. Kleding en lijfsieraden zijn eigendom van die echtgenoot, bij wie deze in gebruik zijn of tot wiens gebruik zij bestemd zijn, ongeacht van wiens zijde deze zaken zijn opgekomen en wel zonder enige vergoeding aan de andere echtgenoot.
Van deze bepaling zijn uitgezonderd:
(..)
3. Indien over andere rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn dan de sub 1 en 2 bedoelde een geschil bestaat hetzij aan wie deze toebehoren hetzij over de grootte van ieders aandeel daarin, terwijl niet kan worden vastgesteld of bewezen aan wie van beiden deze toebehoren, dan worden deze goederen geacht toe te behoren aan ieder van de echtgenoten voor een gelijk deel.
(…)
Vergoedingen
Artikel 4
De echtgenoten zijn, voor zover zij niet anders overeenkomen, verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de ene echtgenoot is onttrokken ten bate van de andere echtgenoot, naar de waarde op de dag van de onttrekking. Deze vergoeding is terstond opeisbaar, tenzij de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten.
(…)
Inkomen
Artikel 6
Onder inkomen in deze huwelijkse voorwaarden wordt verstaan het besteedbaar inkomen na betaling van belastingen, premies sociale verzekeringen en de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de verwerving van het inkomen.
Ingeval een echtgenoot inkomen heeft in de vorm van winst uit onderneming of resultaat uit werkzaamheid, dienen de echtgenoten, naar normen die in het maatschappelijk verkeer als redelijk worden beschouwd, vast te stellen welk gedeelte van de winst of het resultaat voor onttrekking aan de onderneming of hetgeen als onderneming wordt aangemerkt in aanmerking komt en aldus inkomen is als hiervoor bedoeld.
Voor zover een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winst van een niet op zijn eigen naam uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komt, wordt die onderneming voor de toepassing van de vorige zin aangemerkt als een door die echtgenoot uitgeoefende onderneming,
In dit geval wordt onder winst uit onderneming verstaan de winst na aftrek van de daarover door de rechtspersoon die de onderneming uitoefent verschuldigde belastingen.
(…)
Jaarlijkse verrekening van inkomsten
Artikel 9
De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hetgeen van hun inkomen onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de gemeenschappelijke huishouding, maar met bijtelling van verschuldigde premies en koopsommen als bedoeld in artikel 8 voor zover deze premies en koopsommen het inkomen verminderen, overblijft, onderling te verrekenen in die zin, dat de ene echtgenoot een vordering verkrijgt op de andere echtgenoot ten bedrage van de helft van het aan diens zijde overblijvende als hiervoor bedoeld. Indien de echtgenoten over en weer een vordering op elkaar krijgen worden de vorderingen door een desbetreffende verklaring verrekend tot het bedrag van de kleinste vordering. Indien aan een echtgenoot langs andere weg iets ten goede komt of is gekomen van het inkomen of van het vermogen van de andere echtgenoot, wordt zijn vordering dienovereenkomstig verminderd.
Geen verrekening heeft plaats;
a. over de tijd, dat de echtgenoten anders dan in onderling overleg niet samenwonen of dat tussen hen scheiding van tafel en bed bestaat;
(…)