Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, evenmin naar de mondelinge behandeling gekomen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de rechthebbende tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 26 oktober 2023. De rechthebbende verzocht om opheffing van het bewind dat was ingesteld vanwege verkwisting en problematische schulden. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de rechthebbende onvoldoende heeft aangetoond dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2024 heeft de rechthebbende verklaard dat zij haar financiële situatie als stabiel beschouwt, maar het hof heeft twijfels over haar vermogen om zelfstandig haar vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De rechthebbende heeft in het verleden geprobeerd leningen af te sluiten en heeft geen inzicht in haar inkomsten en uitgaven. Het hof concludeert dat de psychische kwetsbaarheid van de rechthebbende een risico vormt voor financieel misbruik door derden, en dat voortzetting van het bewind noodzakelijk blijft. De beslissing van het hof houdt in dat de rechthebbende niet in staat is om haar financiën zelfstandig te regelen, en dat de wijziging van de grondslag van het bewind naar een lichamelijke of geestelijke toestand gerechtvaardigd is. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.