6.2.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
i. [appellanten] hebben in november 2019 de woning – met inpandige garage – aan de [adres 1] in [plaats] gekocht van de ervan van een zekere mevrouw [naam] en in januari 2020 in eigendom geleverd gekregen. In de koopovereenkomst staat onder andere:
Artikel 28. Erfdienstbaarheid weg voorgevel
Het is aan koper bekend dat op het perceel ter plaatse van de voortuin een erfdienstbaarheid van weg aanwezig is. Deze erfdienstbaarheid van weg gevestigd ten laste van het buurperceel [adres 2] - [adres 3] . Dit om o.a. met een personenauto te komen en gaan naar de openbare weg. Een notariële akte is hiervan niet voorhanden. Deze erfdienstbaarheid is door verjaring ontstaan.
In de leveringsakte wordt hiernaar verwezen en wordt dit artikel geciteerd.
[geïntimeerden] hadden eerder, in april 2018, de woningen aan de [adres 2] - [adres 3] in [plaats] in eigendom verkregen. De rechtsvoorgangers van [geïntimeerden] waren [persoon A] en de erfgenamen van [persoon B] . In de koopovereenkomst staat onder andere:
Artikel 27. Erfdienstbaarheid weg voorgevel
Het is aan koper bekend dat op het perceel ter plaatse van de voortuin een erfdienstbaarheid van
weg aanwezig is. Deze erfdienstbaarheid van weg gevestigd behoeve van het buurperceel
huisnummer [adres 1] . Dit om o.a. met een personenauto te komen en gaan naar de openbare weg. Een
notariële akte is hiervan niet voorhanden. Deze erfdienstbaarheid is door verjaring ontstaan.
In de leveringsakte wordt hiernaar verwezen en wordt dit artikel geciteerd.
De woningen [adres 2] - [adres 3] en [adres 1] zijn gelegen op een hoger gelegen plateau in [plaats] en kunnen met de auto alleen worden bereikt via een pad dat langs de lager gelegen woningen [adres 4] en [adres 5] omhoog loopt. Dat pad behoort niet tot de openbare weg, maar maakt successievelijk deel uit van de percelen [adres 4] tot en met [adres 1] .
Partijen in deze zaak moeten om hun woningen met een auto te kunnen bereiken ook van de percelen [adres 4] en 8 gebruik maken, en [appellanten] moeten ten slotte nog over het perceel van [geïntimeerden] ( [adres 2] - [adres 3] ) rijden om tot bij hun garage te komen. De woning van [appellanten] is de laatste en hoogstgelegen woning op het plateau.
[appellanten] hebben ook toegang tot hun woning via een opgang die is gelegen aan de andere kant, maar die opgang biedt uitsluitend toegang te voet. Onderaan de opgang is een parkeerplek voor een auto.
Ten tijde van de procedure bij de kantonrechter waren er ter hoogte van de erfgrens tussen de percelen van [appellanten] en [geïntimeerden] coniferen aanwezig. De kantonrechter heeft tijdens de descente vastgesteld dat [appellanten] hun auto niet behoorlijk in de (inpandige) garage konden parkeren omdat dat door de coniferen werd bemoeilijkt. De coniferen en het hekje bij de coniferen zijn inmiddels verwijderd.
Medio 2022 hebben [geïntimeerden] , al dan niet samen met [xxx] , eigenaren van [adres 5] (hierna: [xxx] ), het pad afgesloten door daarop tussen de percelen van [geïntimeerden] en [xxx] een hek te plaatsen. Bij vonnis van 23 mei 2023 (zaaknummer: 10297943 / CV EXPL 23-288) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, op vordering van [appellanten] , [geïntimeerden] en [xxx] geboden om te gehengen en gedogen dat [geïntimeerden] het pad te voet en per auto gebruiken.
In een e-mailbericht van 19 maart 2024 aan de advocaten van partijen, heeft de burgemeester van de gemeente Valkenburg aan de Geul (hierna: de gemeente) het volgende geschreven:
“Ik richt mij tot u
in casude conflictsituatie tussen de bewoners van de [adres 5] , [adres 2] - [adres 3] en [adres 1] . […] Aangezien het conflict in de basis draait om het gezamenlijk gebruik van het pad ‘ [straatnaam] ’ waarvoor niets is opgetekend met betrekking tot het gezamenlijk gebruik en/of recht van overpad, wil ik een bemiddelende rol spelen […] Uit bestudering is gebleken dat de gemeente eigenaar is van het voorste deel van het pad en daarmee mogelijk in een positie heeft om met alle belanghebbenden het gesprek aan te gaan […]”
De procedure bij de kantonrechter