Uitspraak
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ;
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep inzake de omgangsregeling voor twee minderjarigen, geboren in 2008 en 2011. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om vaststelling van een omgangsregeling met zijn kinderen, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, zich tegen dit verzoek heeft verzet. De Raad voor de Kinderbescherming is betrokken bij de procedure en heeft op 31 augustus 2023 een verzoek van het hof ontvangen om onderzoek te doen naar de draagkracht van de kinderen voor begeleid contact met de vader. Het hof heeft de beslissing over de omgangsregeling aangehouden tot 31 december 2023, in afwachting van het rapport van de raad, dat op 27 november 2023 is ingediend.
In het rapport concludeert de raad dat er geen signalen zijn van kwetsbare kinderen, maar dat er wel zorgvuldigheid geboden is in de omgangsregeling, gezien de lange periode van geen contact en de zorgen van de kinderen. De raad adviseert om de bestreden beschikking te vernietigen en de zaak aan te houden voor negen maanden, zodat de mogelijkheden voor omgang verder onderzocht kunnen worden, met de regie bij een begeleidende instantie. Zowel de vader als de moeder hebben in hun reacties op het raadsrapport aangegeven bereid te zijn om het geadviseerde traject te volgen.
Het hof heeft besloten om de beslissing over de omgangsregeling aan te houden tot 1 maart 2025, zodat de ouders de gelegenheid krijgen om zich te wenden tot een hulpverleningsinstantie voor verdere begeleiding. De advocaten van partijen zijn verzocht om uiterlijk één maand voor de pro forma datum een rapportage in te dienen over de voortgang van het hulpverleningstraject. De beschikking is openbaar uitgesproken op 30 mei 2024.