ECLI:NL:GHSHE:2023:2788

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
200.325.420_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarigen na afwijzing door rechtbank

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de omgangsregeling met zijn twee minderjarige kinderen werd afgewezen. De vader, die in het verleden met problemen zoals alcoholverslaving en dakloosheid te maken had, heeft zijn leven inmiddels op orde en verzoekt het hof om een omgangsregeling vast te stellen. De moeder, die de kinderen verzorgt, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de kinderen rust nodig hebben na eerdere teleurstellingen in de omgang met de vader.

Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2023 zijn zowel de vader als de moeder gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. De raad adviseert om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor contactherstel, gezien de emotionele situatie van de kinderen en de ouders. Het hof is van mening dat er onvoldoende informatie is om een verantwoorde beslissing te nemen en verzoekt de raad om een onderzoek in te stellen naar de draagkracht van de kinderen voor contact met de vader.

De beslissing van het hof houdt in dat verdere behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 31 december 2023, waarbij de vader wordt aangemoedigd om in de tussentijd contact te onderhouden met de kinderen door middel van kaartjes. Het hof benadrukt het belang van een zorgvuldige en rustige opbouw van het contact, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 31 augustus 2023
Zaaknummer: 200.325.420/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/03/309344 / FA RK 22-3463
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. D. Dronkers,
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: moeder,
advocaat: mr. I. Ligtelijn-Huisman.
Deze zaak gaat over de minderjarigen:
-
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ;
-
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
vestiging: [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de raad.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 10 januari 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 6 april 2023, heeft de vader verzocht voormelde beschikking, voor wat betreft de afwijzing van de omgangsregeling, te vernietigen en alsnog een omgangsregeling vast te stellen waarbij:
- er gedurende de eerste drie maanden begeleid omgang plaats zal vinden, op een nader te bepalen dag van 12.00-15.00 uur, in overleg met de instantie die de omgang zal begeleiden;
- en in de periode erna de omgang zal worden uitgebreid tot één dag per week van 12.00 tot 17.00 uur, eveneens onder begeleiding;
- na verloop van zes maanden kan dan in samenspraak met de begeleidende instantie worden bezien of de omgang onbegeleid plaats kan vinden, althans een door het hof in goede justitie te bepalen omgangsregeling;
- althans een regeling door het hof in goede justitie nader te bepalen;
- de informatieplicht door de vrouw wordt gehandhaafd. Kosten rechtens.
2.2.
Bij verweerschrift met productie, ingekomen ter griffie op 17 mei 2023, heeft de moeder verzocht de verzoeken van de vader af te wijzen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 juli 2023. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
2.3.1.
Het hof heeft de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg van 25 november 2022.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Uit de relatie van partijen zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geboren. De vader heeft de kinderen erkend. Partijen oefenen gezamenlijk het
ouderlijk gezag over de kinderen uit. De kinderen hebben het hoofdverblijf bij de moeder
.Partijen hebben gezamenlijk ook nog een meerderjarige dochter [meerderjarige dochter] .
3.2.
Bij de bestreden – uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking, heeft de rechtbank het verzoek tot het vastleggen van een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen afgewezen en bepaald dat de moeder één maal per drie maanden per mail informatie omtrent de kinderen naar de vader zal versturen.
3.3.
De vader kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.4.
De vader voert, samengevat, het volgende aan. De rechtbank heeft te gemakkelijk en ongemotiveerd geoordeeld dat het sturen van kaartjes van de vader aan de kinderen het meest
haalbare is. De situatie aan de zijde van de vader is dusdanig gewijzigd dat het in het belang van de kinderen kan worden geacht dat het contact met de vader wordt hersteld. De vader kampte in het verleden met een alcoholverslaving, was enige tijd dakloos en had zijn leven niet op orde. De vader is inmiddels getrouwd, werkt fulltime als schilder en heeft een gestructureerd leven. De vader drinkt geen alcohol en gebruikt geen drugs. De vader heeft hiervoor hulp gehad van [hulpverlening] . De vader begrijpt de terughoudendheid van de moeder ten aanzien van het contactherstel tussen de vader en de kinderen, maar vindt dat hem feitelijk wel een kans moet worden gegund om zijn fouten uit het verleden te herstellen. De vader is van mening dat een hulpverleningsinstantie dient te worden ingeschakeld die het contactherstel tussen de vader en de kinderen kan begeleiden. Het is de vader ondanks inspanning niet gelukt om, zoals de rechtbank heeft overwogen, een cursus opvoedvaardigheden te vinden en te doorlopen.
3.5.
De moeder voert, samengevat, het volgende aan. De rechtbank heeft een juiste beslissing genomen. Het sturen van kaartjes door de vader aan de kinderen is het meest haalbare. De moeder informeert de vader over de kinderen. Hoewel de moeder het fijn vindt dat de vader zegt zijn leven weer op orde te hebben, is dat geen reden om tot contactherstel te komen. De kinderen hebben in het verleden veel meegemaakt met de vader en zij hebben rust nodig. Het gaat op dit moment goed met de kinderen. De kinderen zelf hebben tegen de moeder verteld dat de deur niet helemaal dicht is, maar dat zij wel bang zijn om opnieuw teleurgesteld te worden. Er is bij de kinderen geen weerstand tegen contact met de vader. In het verleden zijn er veel pogingen geweest tot contactherstel, maar de vader liet het steeds afweten. Ook wanneer er iets van hem wordt verwacht, zoals het volgen van een opvoedcursus, spant hij zich onvoldoende in.
3.6.
De raad heeft, samengevat, als volgt geadviseerd. De emoties van de ouders zijn tijdens de mondelinge behandeling duidelijk merk- en zichtbaar. De kinderen dienen hier niet tussen in te staan. De kinderen hebben in het verleden veel meegemaakt. In de procedure in eerste aanleg heeft de rechtbank overwogen dat de vader een opvoedcursus dient te volgen. De raad adviseert de vader om dat alsnog te doen. In de omgeving [plaatsnaam] zijn mogelijkheden om een opvoedcursus te volgen ook wanneer er geen contact is met de kinderen. De vader kan zich tot de gemeente wenden. Op dit moment is het nog te vroeg voor contact tussen de vader en de kinderen. Er zal een zorgvuldige en rustige opbouw moeten plaatsvinden. Gelet op de emoties bij de ouders zijn zij niet in staat zelfstandig dit contact tot stand te brengen. De raad adviseert daarom het hof om een raadsonderzoek te gelasten om te bezien of en zo ja welke mogelijkheden er zijn om te komen tot contactherstel. Middels dit raadsonderzoek kan dan ook worden beoordeeld hoe de draagkracht van de kinderen is.
3.7.
Het hof overweegt als volgt.
3.7.1.
Vaststaat dat de kinderen al veel hebben meegemaakt. In het verleden is veelvuldig geprobeerd te komen tot omgang, mede met inzet van hulpverlening. Deze pogingen zijn allemaal mislukt. Ondanks de verwijzing door de rechtbank naar een opvoedcursus ziet het hof geen nadere stukken die onderbouwen dat de vader daadwerkelijk een poging heeft ondernomen om een opvoedcursus te volgen. Desalniettemin begrijpt het hof van de moeder dat de deur bij de kinderen nog niet helemaal dicht is. De kinderen zijn blij met de kleine gebaren van de vader zoals het ontvangen van een kaartje en zij zijn nieuwgierig naar hun vader. Anderzijds zijn de kinderen ook bang om teleurgesteld te worden.
3.7.2.
Het hof acht zich onvoldoende voorgelicht om een verantwoorde beslissing te kunnen nemen. Mede gelet op de leeftijd van de kinderen is het belangrijk dat voordat er een definitieve beslissing wordt genomen, eerst wordt onderzocht of en zo ja wat de mogelijkheden van de kinderen zijn voor het hebben van contact met de vader. Het hof zal dan ook de raad verzoeken om een onderzoek in te stellen naar en te rapporteren en adviseren over de vraag of er draagkracht is bij de kinderen voor enige vorm van begeleid contact met de vader. In afwachting van dat onderzoek en het advies van de raad zal het hof de verdere behandeling van de zaak vier maanden aanhouden. Partijen zullen vervolgens door het hof in de gelegenheid worden gesteld binnen twee weken schriftelijk te reageren op het rapport en het advies van de raad. Zo nodig bepaalt het hof een tweede mondelinge behandeling.
3.7.3.
Op grond van het vorenstaande zal het hof iedere verdere beslissing aanhouden.
3.7.4.
In de tussenliggende periode acht het hof het van belang dat de vader kaartjes blijft sturen aan de kinderen en de moeder overeenkomstig de regeling in de bestreden beschikking de vader informeert over hoe het met de kinderen gaat.

4.De beslissing

Het hof:
verzoekt de raad een onderzoek in te stellen conform hetgeen hiervoor onder rechtsoverweging 3.7.2. is overwogen;
verzoekt de raad tijdig vóór de hierna te noemen pro forma datum rapport en advies uit te brengen aan het hof, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan tot PRO FORMA 31 december 2023.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.N.M. Antens, C.D.M. Lamers en M.A. Stammes en is op 31 augustus 2023 uitgesproken in het openbaar door mr. C.D.M. Lamers in tegenwoordigheid van de griffier.